Kennisbank voor het notariaat
Wetstoelichting

Object van heffing (art. 1.2 Vhh)

Bijgewerkt tot 01-01-2022 Auteur mr. L.E. (Laura) Welkers

1 Algemeen In art. 1.2 Wet woningmarkt 2014 II zijn de definities die gelden voor de verhuurderheffing opgenomen. 2 Object van heffing: huurwoning met prijs onder huurtoeslaggrens Het begrip huurwoning wordt gedefinieerd in art. 1.2 lid 1 onder e Wet maatregelen woningmarkt 2014 II. Onder een huurwoning wordt verstaan een in Nederland gelegen voor verhuur bestemde woning die ingevolge art. 16 Wet WOZ als één onroerende zaak wordt aangemerkt, mits de huurprijs daarvan onder de…

Verder lezen?

Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.


Inloggen via Legal Intelligence

Geen inloggegevens?

Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.

Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!

Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.


Gebruikers van Via Juridica

Bekijk alle

Wet- en regelgeving


Artikel 1.2

  • 1

    In dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    • a.

      compensatie: heffingsvermindering als bedoeld in artikel 1.10;

    • b.

      diensten van algemeen economisch belang: diensten van algemeen economisch belang als bedoeld in:

      • 1°.

        artikel 106, tweede lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en

      • 2°.

        het Besluit van de Europese Commissie van 20 december 2011 betreffende de toepassing van artikel 106, tweede lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst, verleend aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen economisch belang belaste ondernemingen;

    • c.

      groep: de combinatie van rechtspersonen in het geval een rechtspersoon meer dan 50% onmiddellijk of middellijk deelname heeft:

      • 1°.

        aan de leiding van een van die combinatie deel uitmakende andere rechtspersoon;

      • 2°.

        aan het toezicht op die andere rechtspersoon, of

      • 3°.

        in het kapitaal van die andere rechtspersoon;

    • d.

      heffingsjaar: kalenderjaar waarover de verhuurderheffing is verschuldigd;

    • e.

      huurwoning: in Nederland gelegen voor verhuur bestemde woning die ingevolge artikel 16 van de Wet waardering onroerende zaken als één onroerende zaak wordt aangemerkt en waarvan de huurprijs niet hoger is dan het bedrag, genoemd in artikel 13, eerste lid, onderdeel a, van de Wet op de huurtoeslag, met uitzondering van een woning die wordt verhuurd in het kader van het hotel-, pension-, kamp- en vakantiebestedingsbedrijf aan personen die in die woning voor een korte periode verblijf houden en van een woning die krachtens artikel 3.1 van de Erfgoedwet als rijksmonument is aangewezen;

    • f.

      investeringskosten: door de belastingplichtige betaalde investeringskosten die drukken op de belastingplichtige en noodzakelijkerwijs voortvloeien uit het verrichten van de activiteiten, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, onder 1° tot en met 8°;

    • g.

      Onze Minister: Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

    • h.

      WOZ-waarde: volgens hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor een kalenderjaar vastgestelde waarde, waarbij voor de toepassing van deze wet een waarde van € 345.000 wordt gehanteerd, indien deze waarde hoger is dan dat bedrag.

  • 2

    In dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen wordt voorts verstaan onder:

    • a.

      heffingsvermindering: vermindering van de verhuurderheffing op grond van een definitieve investeringsverklaring;

    • b.

      voorgenomen investering: te verrichten activiteit die betreft:

    • c.

      voorlopige investeringsverklaring: schriftelijke kennisgeving van Onze Minister aan de aanvrager, met gegevens over:

      • 1°.

        de voorgenomen investering en

      • 2°.

        het voorlopige bedrag aan heffingsvermindering met een berekening van dat bedrag;

    • d.

      gerealiseerde investering: activiteit die door de belastingplichtige is gerealiseerd ter uitvoering van een voorgenomen investering;

    • e.

      definitieve investeringsverklaring: schriftelijke kennisgeving van Onze Minister aan de belastingplichtige met gegevens over:

      • 1°.

        de gerealiseerde investering en

      • 2°.

        het bedrag aan heffingsvermindering met een berekening van dat bedrag.

  • 3

    Het bedrag, bedoeld in het eerste lid, onderdeel h, wordt jaarlijks met ingang van elk kalenderjaar bij ministeriële regeling gewijzigd met het percentage waarmee het gemiddelde van de woningwaarden in het voorafgaande kalenderjaar gewijzigd is ten opzichte van het gemiddelde van die waarden in het daaraan voorafgaande kalenderjaar.


Kennisdossiers

Titel Categorie
Titel Verhuurderheffing Categorie Registergoederenrecht

Rechtspraak

Titel Instantie Datum Nummer
Leegstaande woningen die voor verkoop of sloop zijn bestemd, vallen niet onder de verhuurderheffing Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 25-04-2019 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2019:1573
Zowel anti-kraakwoningen als Leegstandwetwoningen zijn aan te merken als voor verhuur bestemde woningen voor de verhuurderheffing Instantie Hoge Raad Datum 17-08-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:1313
Voor verkoop en sloop bestemde huurwoningen behoren tot grondslag verhuurderheffing Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 29-01-2018 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2018:519
Stichting die hofjeswoningen in gebruik geeft aan onvermogenden belastingplichtig voor verhuurderheffing Instantie Hoge Raad Datum 23-06-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:1131
Inhoudsopgave
Overzicht
Wetstructuur
Fiscaal

Tarief erf- en schenkbelasting (art. 24 SW) Erfbelasting bij partners (art. 25 SW) Schenkbelasting bij partners (art. 26 SW) Schenkbelasting afgezonderd particulier vermogen (art. 26a SW) Samenvoeging schenkingen binnen een jaar (art. 27 SW) Schenkingen aan kinderen binnen een jaar (art. 28 SW) Onzekerheid over verwantschap (art. 29 SW) Verwerping en afstand (art. 30 SW) Afstand door bezwaarde (art. 31 SW) Vrijstellingen erfbelasting (art. 32 SW) ANBI en erfbelasting (art. 32 lid 1 onder 3 SW) Omvang vrijstellingen erfbelasting (art. 32 lid 1 onder 4 SW) Verkrijging pensioenregeling en lijfrenten (art. 32 lid 1 onder 5 SW) SBBI en erfbelasting (art. 32 lid 1 onder 8 SW) Steunstichting SBBI en erfbelasting (art. 32 lid 1 onder 9 SW) Vrijstelling erfbelasting voor werknemer erflater (gevolgen testamentair loon, salaire differé en executeursloon) (art. 32 lid 1 onder 10 SW) Vrijstelling erfbelasting voor nog niet vorderbare termijnen van renten, uitkeringen, bezoldigingen en andere inkomsten (art. 32 lid 1 onder 11 SW) Pensioenimputatie (art. 32 lid 2 SW) Definitie lijfrenten (art. 32 lid 4 SW) Vrijstellingen schenkbelasting (art. 33 SW) ANBI en schenkbelasting (art. 33 onder 4 SW) Schenkvrijstelling ouder-kind (art. 33 onder 5 SW) Schenkvrijstelling overige verkrijgers (art. 33 onder 7 SW) Schenkvrijstelling voor onvermogenden (art. 33 onder 8 SW) Vrijstelling bij samenloop schenkbelasting met inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting (art. 33 onder 9 SW) Schenking aan een rechtspersoon ter bevordering van werknemersbelangen (art. 33 onder 11 SW) Voldoen aan natuurlijke verbintenis (art. 33 onder 12 SW) SBBI en schenkbelasting (art. 33 onder 13 SW) Steunstichting SBBI en schenkbelasting (art. 33 onder 14 SW) Definitie schenking ten behoeve van eigen woning (art. 33a SW) Samenloop verhoogde schenkvrijstellingen eigen woning (art. 82a SW)

Tarief overdrachtsbelasting (art. 14 WBR) Vrijstelling algemeen (art. 15 WBR) Vrijstelling btw-belaste levering (art. 15.1.a WBR) Vrijstelling bedrijfsoverdracht binnen familiesfeer (art. 15.1.b WBR) Vrijstelling publiekrechtelijke lichamen (art. 15.1.c WBR) Vrijstelling inbreng onderneming in personenvennootschap en omzetting in NV of BV (art. 15.1.e WBR) Vrijstelling verdeling of vereffening (art. 15.1.f WBR) Vrijstelling verdeling gemeenschap samenwoners (art. 15.1.g WBR) Vrijstelling bij fusie, splitsing en interne reorganisatie (art. 15.1.h WBR) Vrijstelling aangebrachte zaken (art. 15.1.i WBR) Vrijstelling voor verkrijging bestemd voor onderwijs (art. 15.1.k WBR) Vrijstelling ruilverkaveling (art. 15.1.l WBR) Vrijstelling bureau beheer landbouwgronden (art. 15.1.m WBR) Woningbouwlichamen (art. 15.1.n WBR) Vrijstelling stedelijke herstructurering (art. 15.1.o WBR) Verkrijging van lichaam ter bevordering van stedelijke herstructurering (art. 15.1.oa WBR) Startersvrijstelling (art. 15.1.p WBR) Monumentenvrijstelling (vervallen) (art. 15.1.p WBR) Cultuurgrondvrijstelling (art. 15.1.q WBR) Vrijstelling bij herstel in oude toestand (art. 15.1.r WBR) Vrijstelling natuurgrond (art. 15.1.s WBR) Vrijstelling verkoopregulerend beding (Art. 15.1.t WBR) Vrijstelling Staatsbosbeheer (art. 15.1.u WBR) Vrijstelling uitoefenen wilsrecht (art. 15.1.x WBR) Vrijstelling bij verkrijging (kabel)netten (art. 15.1.y WBR) Tijdelijke vrijstelling inbreng van tbs-pand in NV/BV (vervallen) (art. 15.1.z WBR) Anti-ontgaansbepaling (art. 15 lid 4 WBR) Beperking samenloopvrijstelling bij verkrijging aandelen (art. 15 lid 11 WBR) Schriftelijke verklaring en onvoorziene omstandigheden (art. 15a WBR) Tijdelijke vrijstellingen overdrachtsbelasting 2024