Kennisbank voor het notariaat

Zoekresultaten (8206)


Wetstoelichtingen

De actuele tekst van de Uitvoeringsregeling Registratiewet 1970 kunt u raadplegen op het tabblad 'Wettekst'. De eerste versie van dit besluit dateert van 10 oktober 2013. De tekst van dit besluit op het


Wetstoelichtingen

1 Algemeen In de eerste volzin van art. 32 lid 1 onder 10 SW is bepaald dat hetgeen wordt verkregen door een werknemer van de erflater of zijn partner, of door een nabestaande van een dergelijke werknemer


Wetstoelichtingen

De redactie van Vakstudie Nieuws is van mening dat de periode waarbinnen de renteafspraak wordt gevolgd voor de erfbelasting te kort is (V-N 2022/33.11).


Wetstoelichtingen

1 Inleiding De waarde van een verkrijging onder de last van vruchtgebruik, een beperkt recht of periodieke uitkering wordt gesteld op de waarde in onbezwaarde staat verminderd met de waarde van de last


Wetstoelichtingen

Vooruitlopend op de wetswijziging was deze uitzondering voor de jaren 2010 tot en met 2013 al opgenomen in twee beleidsbesluiten ( MvF 25 november 2011, nr.


Wetstoelichtingen

1 Inleiding In de Successiewet 1956 (hierna: Successiewet of SW) geldt de hoofdregel dat hetgeen dat wordt verkregen in aanmerking wordt genomen voor de waarde die daaraan op het moment van de verkrijging


Wetstoelichtingen

In het geval een recht van erfpacht op de woning rust, wordt de waarde van de woning verminderd met de gekapitaliseerde waarde van de erfpachtcanon ( art. 5.20 lid 4 Wet IB 2001 jo art. 17b UB IB 2001


Wetstoelichtingen

1 Algemeen Art. 21 lid 12 en 13 SW geven bijzondere waarderingsregels voor de waardering van een onderneming. Ingevolge art. 21 lid 12 SW wordt hetgeen in het economische verkeer als een eenheid pleegt


Wetstoelichtingen

1 Inleiding De waardering van een recht van vruchtgebruik, een periodieke uitkering of een beperkt recht is afhankelijk van het jaarlijkse genot/rendement en de (verwachte) duur van het vruchtgebruik


Wetstoelichtingen

1 Algemeen Als de langstlevende alle goederen en schulden van de nalatenschap krachtens de wettelijke verdeling verkrijgt en aan de kinderen hun erfdeel moet schuldig erkennen, is deze over de niet-opeisbare


Wetstoelichtingen

1 Inleiding Bij een tweetrapsmaking verkrijgen zowel de bezwaarde als de verwachter voor de heffing van erfbelasting uit de nalatenschap van de erflater (hierna ook: ‘de insteller’). In geval van


Wetstoelichtingen

De vraag of sprake is van een vruchtgebruik of periodieke uitkering is vooral van belang voor de toepassing van art. 10 SW en de waarderingsregels van art. 21 lid 11 en 21 lid 14 SW . Art.


Wetstoelichtingen

1 Algemeen In art. 33 SW zijn de vrijstellingen voor de schenkbelasting opgenomen. De omvang van de vrijstelling is afhankelijk van de relatie tot de schenker of wie de verkrijger is. Met betrekking


Wetstoelichtingen

1 Vrijstellingen schenking ouder-kind (cijfers 2025) Ouders kunnen jaarlijks vrij van schenkbelasting € 6.713  schenken aan een kind (art. 33 sub 5 SW). In één kalenderjaar kan dit bedrag worden verhoogd


Wetstoelichtingen

1 Inleiding Een ANBI is een instelling die uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het algemeen nut beoogt en is gevestigd in het Koninkrijk, in een andere lidstaat van de Europese Unie of in een bij ministeriële


Wetstoelichtingen

1 Algemeen Een sociaal belang behartigende instelling ( SBBI ) is een instelling die in de eerste plaats is gericht op het particuliere belang, maar tegelijkertijd ook het sociaal belang dient. Art


Wetstoelichtingen

1 Algemeen De vrijstellingen voor een steunstichting SBBI zijn in de Successiewet 1956 opgenomen en de definitie van de steunstichting SBBI is in de AWR opgenomen (art. 5d AWR). Een steunstichting


Wetstoelichtingen

Ook de redactie van Vakstudie Nieuws (V-N 2020/27.17, geen brondocument beschikbaar) is in zijn aantekening bij de onder 3.3 vermelde uitspraak van Hof Den Bosch van 6 februari 2020, deze opvatting toegedaan


Wetstoelichtingen

1 Inleiding Art. 19 SW bevat een aantal gelijkstellingen van bepaalde verkrijgers voor de toepassing van de SW. De gelijkstellingen zijn met name van belang voor de toepasselijke tariefgroep


Wetstoelichtingen

1 Inleiding De grondslag voor de heffing van erfbelasting is al hetgeen iemand krachtens erfrecht verkrijgt van iemand die (fictief) op dat moment in Nederland woonde ( art. 1 lid 1 onder 1 SW ), eventueel


Wetstoelichtingen

1 Inleiding Voor de heffing van erf- en schenkbelasting is vereist dat de erflater of de schenker in Nederland woonde ten tijde van het overlijden respectievelijk de schenking. Met betrekking tot het


Wetstoelichtingen

1 Inleiding Bij verwerping van een nalatenschap wordt niet minder erfbelasting geheven (art. 30 SW). De wetgever heeft hiermee willen voorkomen dat door samenspanning tussen belanghebbenden te weinig


Wetstoelichtingen

1 Aangiftetermijn schenkbelasting: twee maanden na het jaar van schenking De verkrijger van een schenking is de belastingplichtige voor de schenkbelasting (art.  36 SW) . Hij is dan ook gehouden om


Wetstoelichtingen

1 Hoofdregel aangiftetermijn erfbelasting De verkrijger krachtens erfrecht is belastingplichtige voor de erfbelasting (art.  36 SW) . De verkrijger is dan ook gehouden om aangifte te doen. Ingevolge


Wetstoelichtingen

1 Inleiding De aangifte erfbelasting moet binnen acht maanden na het overlijden van de erflater plaatsvinden (art. 45 SW). De aangifte schenkbelasting moet worden ingediend binnen twee maanden na afloop