Kennisbank voor het notariaat

Zoekresultaten (7500)


Wetstoelichtingen

1 Inleiding Het faillissement van de persoon die in enige gemeenschap van goederen is gehuwd, wordt als het faillissement van die gemeenschap behandeld (art. 63 lid 1 Fw; zie ook art. 22 Fw). Op grond


Wetstoelichtingen

1 Vaststelling van de WOZ-waarde De Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) bevat regels voor de waardering van in Nederland gelegen onroerende zaken . De op basis van de Wet WOZ vastgestelde waarde


Wetstoelichtingen

1 Definitie De stichting is een rechtsvorm waaraan rechtspersoonlijkheid is toegekend (art. 2:3 BW). De algemene bepalingen van titel 1 van Boek 2 BW zijn integraal van toepassing op stichtingen. Dit


Wetstoelichtingen

1 Inleiding In art. 7:57 e.v. BW zijn de bepalingen rondom de consumentenkredietovereenkomsten opgenomen. Deze bepalingen zijn een implementatie van de Europese richtlijn (nr 2008/48/EG ) die ten doel


Wetstoelichtingen

1 Verliesverrekening voor de vennootschapsbelasting Als de berekening van de belastbare winst of van het Nederlandse inkomen leidt tot een negatief bedrag, wordt dit aangemerkt als een verlies (art.


Wetstoelichtingen

1 Vereenvoudigd cliëntenonderzoek: welke gevallen (art. 6 lid 1 Wwft) Sinds de wetswijziging in juli 2018 kan het cliëntenonderzoek in geen enkel geval achterwege worden gelaten. Art. 6 Wwft wijst geen


Wetstoelichtingen

Algemeen In art. 2 Wet WOZ zijn de volgende definities opgenomen voor de toepassing van de Wet Waardering onroerende zaken: afnemer: bestuursorgaan dat op grond van een wettelijk voorschrift bevoegd


Wetstoelichtingen

1 Inleiding Een stichting wordt opgericht bij notariële akte (art. 2:3 BW jo. 2:286 BW). In tegenstelling tot een vereniging kan een stichting door één persoon worden opgericht, derhalve bij een eenzijdige


Wetstoelichtingen

In deze toelichting zijn de externe bronnen opgenomen die relevant zijn voor de notariële dienstverlening in het kader van een goede uitoefening van de verplichtingen onder de Wwft. De externe bronnen


Wetstoelichtingen

1 Hoofdregels verliesverrekening Ingevolge art. 20 lid 2 Wet Vpb kan een vennootschapsbelastingplichtig lichaam een in een bepaald jaar geleden verlies in beginsel verrekenen met de belastbare winsten


Wetstoelichtingen

1 Afbakening van het belastingobject Het te waarderen object in het kader van de Wet WOZ wordt afgebakend door art. 16 Wet WOZ. Hierin is bepaald wat voor de toepassing van de Wet WOZ als één onroerende


Wetstoelichtingen

1 Algemeen Art. 2:290 BW schrijft voor dat het bestuur van een stichting een  intern  register (het 'uitkeringenregister') bijhoudt waarin de namen en adressen van alle begunstigden die een uitkering


Wetstoelichtingen

1 Inleiding De WOZ-waarde wordt vastgesteld door middel van een taxatie. In de Uitvoeringsregeling instructie waardebepaling Wet waardering onroerende zaken is vastgelegd welke wijzen van taxatie


Wetstoelichtingen

1 Benoeming en ontslag van bestuurders De eerste bestuurders van een stichting worden veelal aangewezen in de oprichtingsakte. De wet laat oprichters vrij in de wijze van benoeming van opvolgende bestuurders


Wetstoelichtingen

1 Inleiding De WOZ-waarde wordt vastgesteld naar de waarde van de zaak op de 'waardepeildatum' (art. 18 lid 1 Wet WOZ). De waardepeildatum voor de WOZ-waarde ligt in het verleden, namelijk één jaar


Wetstoelichtingen

1 Organen van de stichting De stichting kent één wettelijk orgaan: het bestuur . Het bestuur kan worden opgedeeld in een dagelijks bestuur en een algemeen bestuur. De stichting kent geen orgaan dat


Wetstoelichtingen

1 Bekendmaking WOZ-beschikking De WOZ-beschikking wordt genomen binnen acht weken na het begin van het kalenderjaar waarvoor zij geldt (art. 24 lid 1 Wet WOZ). Ondanks deze duidelijke termijn moet men


Wetstoelichtingen

1 Bezwaar tegen WOZ-beschikking en begrip ‘belanghebbende’ De WOZ-waarde van een onroerende zaak wordt vastgesteld bij een voor bezwaar vatbare beschikking (art. 22 lid 1 Wet WOZ), welke beschikking


Wetstoelichtingen

1 Statutenwijziging Het uitgangspunt van de wet is, dat de statuten van een stichting niet kunnen worden gewijzigd. Toch vond de wetgever het wenselijk de oprichter de vrijheid te geven te bepalen dat


Wetstoelichtingen

Per 1 oktober 2015 is art. 26a Wet WOZ vervallen. Hieronder is kort de werking van art. 26a Wet WOZ uiteengezet en beschreven waarom deze bepaling is vervallen. 1 Fierensmarge in strijd met Europees


Wetstoelichtingen

1 Algemeen Naast de algemene ontbindingsmogelijkheden uit art. 2:19 BW, art. 2:20 BW en art. 2:21 BW kan de Rechtbank overgaan tot ontbinding van een stichting op grond van art. 2:301 BW. Enerzijds kan


Wetstoelichtingen

1 Begrip belanghebbende Art. 28 lid 1 Wet WOZ bepaalt dat een gemeenteambtenaar, na een daartoe gedaan verzoek, binnen acht weken een WOZ-beschikking neemt ten aanzien van een ieder die aannemelijk


Wetstoelichtingen

1 Jaarrekening en bestuursverslag Onder bepaalde voorwaarden is het bestuur van de stichting gehouden tot het opmaken en vaststellen van de jaarrekening (art. 2:300 BW). Deze voorwaarden zijn terug te


Wetstoelichtingen

Met betrekking tot art. 29 Wet WOZ is geen toelichting opgenomen. U kunt de actuele tekst van de wet raadplegen op het tabblad 'Wettekst'. Wel zijn diverse uitspraken opgenomen. U kunt deze raadplegen


Wetstoelichtingen

1 Inleiding De rechtsbescherming van de burger in verband met de waardebepaling en vaststelling van de WOZ-waarde is geregeld in art. 30 tot en met art. 37 Wet WOZ. Hierbij verwijst art. 30 lid 1 Wet