Casus Verhuurder A en huurder B hebben in de tussen hen afgesloten huurovereenkomst een voorkeursrecht tot koop opgenomen. Dit voorkeursrecht behelst de verplichting van A om bij verkoop van het verhuurde
Casus M en V hebben een affectieve relatie gehad en hebben vanaf 1998 tot en met 2010 ongehuwd samengewoond. Zij zijn in 2001 een notarieel samenlevingscontract aangegaan. In dit samenlevingscontract
Casus In april 2005 verwerft A de eigendom van een kantoorpand. Een deel van het kantoorpand wordt gehuurd door B BV waarin A een indirect aanmerkelijk belang heeft. In de loop van 2008 huurt C BV, waarin
Casus Erflater E is een geregistreerd partnerschap aangegaan met langstlevende L. E maakt een testament waarin hij zijn neef tot enig erfgenaam benoemt. In 2014 overlijdt E. Tot de nalatenschap behoort
Casus Erflater (E) draagt tijdens leven een melkveebedrijf over aan X. Daarbij is een vervreemdingsbeding (inhoudende vergoeding van de meerwaarde) bedongen ten behoeve van E en na zijn overlijden ten
Casus Een appartementencomplex is gesplitst in een bedrijfs-/winkelruimte, privéwoningen en zorgwoningen. De privéwoningen zijn ondergesplitst in woonappartementen, bergingen en parkeerplaatsen. Negen
Casus In 2013 levert Y aan X een pand in eigendom. Het pand is omstreeks 1911 gebouwd en is in het verleden gebruikt als sanatorium voor zenuwzieken, als kantoorruimte en (deels) als woning. Vlak voor
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
C asus A BV i.o. tekent in mei 2010 een huurovereenkomst en tekent op dezelfde dag ook een koopovereenkomst met betrekking tot het gehuurde pand (afname uiterlijk mei 2015). Namens A BV i.o handelt
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus M en V zijn met uitsluiting van elke gemeenschap van goederen getrouwd. M heeft een dochter (D). In de huwelijkse voorwaarden is een finaal verrekenbeding opgenomen voor het geval het huwelijk eindigt
Casus Op 31 oktober 1994 heeft A BV een onroerende zaak in eigendom verkregen. Op 11 juli 1997 zijn de statuten van A BV gewijzigd en zijn de naam en zetel gewijzigd in: A Holding BV. Eveneens op 11 juli
Casus Op grond van het testament van hun vader, overleden in 2003, hebben X en Y ieder een niet-opeisbare onderbedelingsvordering op hun moeder (M) verkregen waarover volgens het testament een enkelvoudige
Casus M en V zijn in gemeenschap van goederen gehuwd. Zij wonen samen in de echtelijke woning die op naam staat van M. De WOZ-beschikking wordt bekend gemaakt aan M. Tegen deze beschikking wordt geen
Het Hof overweegt dat in art. 3.112 Wet IB 2001 is vastgelegd dat de eigenwoningwaarde voor de toepassing van het eigenwoningforfait wordt gesteld op de WOZ-waarde. De Inspecteur is derhalve op grond van
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus Tot de vastgoedportefeuille van X BV behoort een kantoorpand dat in twee delen wordt verhuurd aan A BV en B NV. Makelaarskantoor M heeft in opdracht van de bank een poging gedaan het pand onderhands
Casus In geschil is de vraag wie als contractspartij heeft te gelden, de advocaat, zijn praktijkvennootschap of de maatschap. Hof Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in deze zaak dat op basis van de
Casus M en V krijgen in 1994, ieder voor de helft, een woning geleverd van de ouders van M. Op de dag van levering schelden de ouders van M hem een bedrag van ƒ 50.000 van de koopprijs bij wijze van
Casus Eind 2004 koopt A van B een perceel grond met daarop een opstal. A is voornemens om na verkrijging van een bouwvergunning op het perceel winkelruimten, woonappartementen en een parkeergarage te
Casus De HEMA (H) is op 29 oktober 2013 gestart met de HEMA notarisservice. H biedt via een website standaard akten aan, waarvan de prijzen veelal ruim 50% lager zijn dan de prijzen bij een willekeurige
Casus Erflaatster E is op juli 2008 overleden. Enkele maanden voor haar overlijden heeft zij een geldbedrag van € 72.000 opgenomen van haar bankrekening. Dit bedrag is op het moment van overlijden niet
Casus A, vennoot in een VOF, krijgt een navorderingsaanslag inkomstenbelasting opgelegd door de Inspecteur ter zake van de verkoop en levering door de VOF van een bouwterrein. In verband met deze verkoop
Casus Melkveehouder A heeft zijn lidmaatschap van coöperatie C opgezegd. De statuten van de coöperatie bevatten een verplichting tot vergoeding van de schade die C lijdt ten gevolge van de beëindiging