Casus De lesbische partners A en B hebben in 2006 een donorovereenkomst gesloten met C. In 2008 is met behulp van kunstmatige zelfinseminatie van spermadonor C een kind geboren, waarna het kind met toestemming
Casus Erflater E overlijdt en tot zijn nalatenschap behoren aandelen in verschillende BV's. De erfgenamen van E aanvaarden de nalatenschap beneficiair, wegens tot de nalatenschap behorende schulden. Doordat
Casus In februari 2009 overlijdt A. Enig erfgenaam is zijn zus E. Tot de nalatenschap behoort een kapitaalverzekering met lijfrenteclausule. E gebruikt het verzekerd kapitaal niet voor de aankoop van
Casus M en V zijn met elkaar in gemeenschap van goederen gehuwd geweest van 5 februari 1974 tot 7 oktober 1986. Tijdens het huwelijk heeft M twee appartementsrechten verkregen. In een van de twee panden
Casus A is krachtens erfrecht vruchtgebruikster van 85% van de aandelen in X BV. Het stemrecht op de aan het vruchtgebruik onderworpen aandelen berust bij A. De algemene vergadering van X BV heeft besloten
Casus M en V waren gehuwd na het maken van huwelijkse voorwaarden, inhoudende uitsluiting van gemeenschap van goederen en een periodiek verrekenbeding. De voormalige echtelijke woning valt in een tussen
Casus Met het oog op de aankoop van het voormalige CBS-complex in Heerlen is de volgende vennootschapsstructuur opgetuigd: X is enig aandeelhouder en bestuurder van A BV, A BV is enig aandeelhouder en
Casus A verricht onder de naam X twee activiteiten namelijk klusactiviteiten met betrekking tot woon- en bedrijfsruimten en het ontwikkelen van een diervriendelijke insectenvanger. Op de insectenvanger
Casus A en B c.s. zijn de gezamenlijke erfgenamen van moeder. Tot de nalatenschap behoort een vordering op A strekkende tot betaling van achterstallige pachtpenningen. Al vóór het overlijden van moeder
Casus Erflater E is in 2007 overleden. A en B zijn schuldeisers in de nalatenschap van E. De erfgenamen van E hebben de nalatenschap beneficiair aanvaard. Notaris N is benoemd tot vereffenaar van de
Casus M en V zijn van 1995 tot 2015 gehuwd geweest in gemeenschap van goederen. Gedurende het huwelijk hebben de ouders van V jaarlijks schenkingen gedaan. De geschonken geldbedragen werden gestort
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus Vader (V) heeft twee zonen. In december 2009 is de oudste zoon (Z), 27 jaar, afgestudeerd. Het eerste kwartaal van 2009 heeft Z recht op een lening bij de IB-groep, de rest van het jaar niet meer
Casus X is ondernemer voor de Wet OB. X heeft in 2009 vorderingen verkregen op A BV. Ter afwikkeling van deze vorderingen hebben X en A BV een overeenkomst gesloten waarin een betalingsregeling is getroffen
Casus De bewindvoerder (B) van X verzoekt om een machtiging tot schenking van een bedrag van € 195.000 aan de kinderen van X, waaronder B zelf. Op grond van de ' Aanbevelingen meerderjarigenbewind ' vastgesteld
Casus M en V zijn getrouwd in gemeenschap van goederen. M oefent een onderneming uit, welke in 2008 is gestaakt. Uit de onderneming zijn schulden voortgevloeid die in de gemeenschap van goederen zijn
Casus M en V hebben ongehuwd samengewoond. Zij hebben een samenlevingscontract opgesteld, maar hebben niet overeenkomstig dit contract gehandeld. Gedurende hun samenleving hebben M en V hun vermogens
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus In 2010 verkoopt en levert vader V aan dochter D een woning voor € 250.000 en scheldt daarbij direct een deel van de koopprijs (€ 40.000) kwijt. D geeft bij haar aangifte schenkbelasting een verkrijging
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus M en V zijn gehuwd na het maken van huwelijksvoorwaarden houdende een beperkte gemeenschap van woning. M is verwikkeld in een zakelijk conflict en wordt aansprakelijk gesteld. Teneinde te
Casus M en V hebben samengewoond op basis van een affectieve relatie. Zij hebben in een notariële samenlevingsovereenkomst een alimentatieregeling getroffen die zoveel mogelijk overeenstemming vertoont
Casus Erflaatster E heeft in de periode 1996/1997 tot en met januari 2011 ongehuwd samengewoond met P. De partners hebben gewoond in een woning van E. Voor de financiering van de koopsom van die woning
Casus Notaris N heeft bij de afwikkeling van de nalatenschap van erflater E de inhoud van een lastbepaling aan lastbevoordeelde X bekend gemaakt. De strekking van de lastbepaling is dat de erfgenamen
Casus Erflater E heeft zijn broer en zusters als erfgenamen benoemd. Voorts heeft E aan zijn vrouw V de nalatenschap gelegateerd. E overlijdt in 1997 en als gevolg daarvan wordt het legaat van de nalatenschap