Casus In december 2004 worden aan A navorderingsaanslagen inkomstenbelasting opgelegd voor de jaren 1992 tot en met 1998 en aanslagen vermogensbelasting voor de jaren 1993 tot en met 2000. A maakt tijdig
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspraak raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus Erflater E laat zijn broer B en zijn ouders X c.s als erfgenamen achter. In deze tuchtrechtprocedure wordt notaris N verweten B en X c.s. nadelig advies te hebben gegeven over de afwikkeling van
Casus A heeft een recht van opstal op een onroerende zaak. De onroerende zaak bestaat uit een onbebouwd perceel grond en maakt deel uit van een op de voet van de Natuurschoonwet 1928 aangewezen NSW-landgoed
Casus E overlijdt in 2004. Hij heeft zijn vrouw (V) en dochter (D) tot zijn enige erfgenamen benoemd. Het testament bevat een ouderlijke boedelverdeling (art. 4:1167 BW oud). Verder is bepaald dat D erfgenaam
Casus De VvE is eigenaar van een gebouw met elf appartementsrechten. In art. 25 van het splitsingsreglement is opgenomen dat de privégedeelten moeten worden gebruikt overeenkomstig de bestemming en dat
Casus A verblijft in een AWBZ-instelling en is op grond van de AWBZ maandelijks een bijdrage verschuldigd voor de kosten die samenhangen met haar zorg met verblijf (eigen bijdrage). A vecht de verplichting
C asus M en V zijn gehuwd onder huwelijks voorwaarden inhoudende een eenvoudige gemeenschap van inboedel, een periodiek verrekenbeding van inkomens en een finaal verrekenbeding. Het finaal verrekenbeding
C asus C is bestuurder en aandeelhouder van C BV (een pensioen-BV). In 2003 heeft notaris N een pandakte gepasseerd waarin een (voorwaardelijk) pandrecht is gevestigd ten behoeve van C BV op levensverzekeringspolissen
Casus In januari 2007 wordt aan X BV een navorderingsaanslag vennootschapsbelasting opgelegd. In maart 2010 is X BV door de KvK ontbonden. Pas in februari 2011 maakt X BV bezwaar tegen de navorderingsaanslag
Casus Erflaatster heeft bij testament, opgemaakt op 15 januari 2004, haar dochter (D) en haar afstammelingen uitgesloten als erfgenaam. Haar zoon (Z) heeft zij tot executeur benoemd. D doet een beroep
Casus A is ondernemer voor de omzetbelasting. De activiteiten van A bestaan uit koop, verkoop en verhuur van onroerende zaken. In 2006 sluit A met zijn echtgenote een koop/aanneemovereenkomst voor een
Casus M en V, beiden van Nederlandse nationaliteit en woonachtig in Nederland, hebben in 2002 een Islamitisch huwelijk gesloten. Zij zijn geen burgerlijk huwelijk of geregistreerd partnerschap aangegaan
C asus N otaris N heeft op 18 december 2008 een hypotheekakte en een akte vestiging kwalitatieve verplichtingen gepasseerd in verband met de levering van percelen grond aan koper. De akte waarin kwalitatieve
Casus X is in oktober 2015 onder curatele gesteld met benoeming van C tot curator. Eerder heeft X aan gevolmachtigden een bankvolmacht en een algemene volmacht (levenstestament) afgegeven. Thans verzoekt
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus In 2009 wordt een woonhuis met een stuk grond en een bijbehorend stuk cultuurgrond verkocht en geleverd aan koper A. De koopprijs bedraagt € 270.000 waarvan € 55.000 is toe te rekenen aan de cultuurgrond
Casus A houdt alle aandelen in D BV en D BV op haar beurt in X BV. A is (indirect) bestuurder van beide vennootschappen. A laat vennootschap D BV in 2007 een koopovereenkomst sluiten met de heer E betreffende
Casus M en V zijn gehuwd in gemeenschap van goederen. V overlijdt in 1994 zonder dat zij bij testament over haar nalatenschap heeft beschikt. Als erfgenamen laat V achter M en hun twee zonen. Tot de nalatenschap
Casus Op 28 december 2012 overlijdt E, dochter D is enig erfgenaam. In de nalatenschap bevindt zich een schilderij van H.N. werkman, 'De Sneeuwschepper'. Er zijn twee taxaties bekend, een van € 125.000
Casus De notarissen A en B werken mee aan de verkoop en levering van een landgoed door X als executeur in de nalatenschap van E. A en B doen dat ondanks dat zij, in ieder geval tijdens de levering, wetenschap
Casus A verhuurt zowel aan B als aan C een woning. Het pand dat B huurt, staat te koop en C is voornemens dit pand te kopen van A. Het feit dat B het pand nog huurt heeft een waardedrukkend effect. B
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus Aan X wordt door A BV, een BV waarvan X middelijk alle aandelen houdt, een overdekte haven overgedragen voor de koopsom van € 430.000. Bij de bepaling van de koopsom is gebruik gemaakt van twee
Casus A participeert via zijn BV voor 51,4% in X BV, welke vennootschap enig aandeelhouder is van Y BV. Y BV drijft een onderneming in de verkoop en productie van kinderkleding. Toen de financiële situatie