Casus X BV handelt in onroerende zaken. Op 5 januari 2000 verwerft X BV een onroerende zaak van A. Bij de levering is geopteerd voor een met omzetbelasting belaste levering (art. 11 lid 1 onderdeel a
Casus De kantonrechter heeft over het (toekomstige) vermogen van X bewind ingesteld en heeft de zus van X (B) tot bewindvoerder benoemd, art. 1:431 BW. Uit de nalatenschap van zijn moeder heeft X landbouwgrond
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspraak raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'. Zie voor een vergelijkbaar geval Hoge Raad , 04-10-2013, nr 12/02177, ECLI:NL:HR
Casus A is enig aandeelhouder in C BV. In 2006 verkrijgen A en zijn echtgenote B een perceel bouwgrond, waarop zij een woning laten bouwen. In 2007 hebben A en B de Inspecteur verzocht om als samenwerkingsverband
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspraak raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus Belastingplichtige A heeft in maart 2010 aangifte inkomstenbelasting gedaan over het jaar 2009. In mei 2010 legt de Inspecteur een voorlopige aanslag op conform de aangifte. A overlijdt in 2011
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspraak raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus Het huwelijk van M en V is in 1997 ontbonden door echtscheiding. Conform het echtscheidingsconvenant is in de echtscheidingsbeschikking bepaald dat M aan V een bijdrage in de kosten van haar levensonderhoud
Casus M en V zijn gehuwd onder uitsluiting van iedere gemeenschap van goederen. De huwelijksvoorwaarden bevatten een periodiek verrekenbeding. Krachtens dit beding verplichten de echtgenoten zich over
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspraak raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus In 2005 is een hypothecaire geldlening tot stand gekomen tussen de bank en erflater E, waarbij E een recht van eerste hypotheek heeft verstrekt op zijn woning. E overlijdt in 2013. De bank verzoekt
Casus Notaris N krijgt de opdracht tot openbare verkoop van de woning van A krachtens een vonnis van de Kantonrechter, waarbij A wordt veroordeeld een schuld ter zake van achterstallige huurpenningen aan
Casus Erflaatster (E) is overleden in 1999 en laat na een zoon (Z), een dochter (D) en twee kleinkinderen. E heeft over haar nalatenschap beschikt bij haar testamenten van 25 augustus 1995 (hoofdtestament
Casus M en V waren gehuwd in algehele gemeenschap van goederen. In mei 2007 wordt tussen hen echtscheiding uitgesproken. In geschil is de draagplicht van de in de ontbonden gemeenschap vallende schulden
Casus In 2011 wil V een onroerende zaak verkopen aan K. Notaris N is betrokken bij deze verkoop. In de koopovereenkomst is onder meer een opschortende voorwaarde opgenomen inhoudende dat de overeenkomst
Casus Bij notariële akte van 29 augustus 2003 hebben de ouders van V haar een woning in Duitsland geschonken. Bij notariële akte van 23 februari 2007 is ter aanvulling op en wijziging van de akte van
Casus Na het overlijden van X beëindigt de in overleg met de gemeente aangewezen notaris N op grond van zaakwaarneming de huurovereenkomst van X met de verhuurder van de woning om de schulden van
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Van deze procedure is geen samenvatting beschikbaar. U kunt wel de uitspra(a)k(en) raadplegen, zie onder 'Procedureverloop'.
Casus X exploiteerde een melkveebedrijf. Door overheidsingrijpen is X genoodzaakt geweest om het bedrijf op een andere locatie voort te zetten. X heeft in dat kader een melkveebedrijf op een andere locatie
Casus Vader (V) overlijdt. Erfgenamen zijn twee zonen (Z1 en Z2,) en een dochter (D). V woonde langer dan tien jaar in Zwitserland en is daar in 2003 overleden. Bij testament heeft V een rechtskeuze uitgebracht
Casus T ot de nalatenschap van de in 2003 te Zwitserland overleden erflater E zijn diens drie kinderen gerechtigd, twee zoons Z1 en Z2 en een dochter D. In het door overlijden bekrachtigde testament van
Casus M en V waren gehuwd buiten iedere gemeenschap van goederen, met een – niet verjarend – periodiek verrekenbeding ten aanzien van overgespaarde inkomsten. Zij scheidden in 2011 van echt. V had bij