Wettelijke gemeenschap van goederen vanaf 1-1-2018 (art. 1:94 BW)
1 Wettelijke gemeenschap van goederen per 1 januari 2018De wet Beperking omvang gemeenschap van goederen is op 1 januari 2018 in werking getreden (Stb. 2017, 178). Deze wet introduceerde een beperkte gemeenschap van goederen als basisstelsel van het huwelijksvermogensrecht. De wetswijziging werd ingegeven door de gedachte dat alleen hetgeen door de inspanning van beide echtgenoten tijdens het huwelijk wordt verworven, aan beiden toekomt.Voor de vóór 1 januari 2018…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleWet- en regelgeving
Artikel 93
Artikel 93
Bij huwelijkse voorwaarden kan uitdrukkelijk of door de aard der bedingen worden afgeweken van bepalingen van deze titel, behalve voor zover bepalingen zich uitdrukkelijk of naar hun aard tegen afwijking verzetten.
Artikel 94
Artikel 94
1 Van het ogenblik van de voltrekking van het huwelijk bestaat tussen de echtgenoten van rechtswege een gemeenschap van goederen.
2 De gemeenschap omvat, wat haar baten betreft, alle goederen die reeds vóór de aanvang van de gemeenschap aan de echtgenoten gezamenlijk toebehoorden, en alle overige goederen van de echtgenoten, door ieder van hen afzonderlijk of door hen tezamen vanaf de aanvang van de gemeenschap tot haar ontbinding verkregen, met uitzondering van:
a. krachtens erfopvolging bij versterf, making, lastbevoordeling of gift verkregen goederen;
b. pensioenrechten waarop de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding van toepassing is, alsmede met die pensioenrechten verband houdende rechten op nabestaandenpensioen;
c. rechten op het vestigen van vruchtgebruik als bedoeld in de artikelen 29 en 30 van Boek 4, vruchtgebruik dat op grond van die bepalingen is gevestigd, alsmede hetgeen wordt verkregen ingevolge de artikelen 34, 35, 36, 38, 63 tot en met 92 en 126, eerste lid en tweede lid, onderdelen a en c, van Boek 4.
3 Het tweede lid, aanhef en onderdeel a, is niet van toepassing op:
a. giften van tot de gemeenschap behorende goederen aan de andere echtgenoot;
b. goederen, alsmede de vruchten van die goederen, ten aanzien waarvan bij uiterste wilsbeschikking of bij de gift is bepaald dat zij in de gemeenschap vallen.
4 Goederen, alsmede de vruchten van die goederen, ten aanzien waarvan bij uiterste wilsbeschikking of bij de gift is bepaald dat zij buiten de gemeenschap vallen, blijven buiten de gemeenschap, ook al zijn echtgenoten bij huwelijkse voorwaarden overeengekomen dat krachtens erfopvolging bij versterf, making, lastbevoordeling of gift verkregen goederen dan wel de vruchten daarvan in de gemeenschap vallen.
5 Goederen en schulden die aan een van de echtgenoten op enigerlei bijzondere wijze verknocht zijn, vallen slechts in de gemeenschap voor zover die verknochtheid zich hiertegen niet verzet.
6 Vruchten van goederen die niet in de gemeenschap vallen, vallen evenmin in de gemeenschap. Buiten de gemeenschap valt hetgeen wordt geïnd op een vordering die buiten de gemeenschap valt, alsmede een vordering tot vergoeding die in de plaats van een eigen goed van een echtgenoot treedt, waaronder begrepen een vordering ter zake van waardevermindering van zulk een goed.
7 De gemeenschap omvat, wat haar lasten betreft, alle vóór het bestaan van de gemeenschap ontstane gemeenschappelijke schulden, alle schulden betreffende goederen die reeds vóór de aanvang van de gemeenschap aan de echtgenoten gezamenlijk toebehoorden, en alle tijdens het bestaan van de gemeenschap ontstane schulden van ieder van de echtgenoten, met uitzondering van schulden:
a. betreffende van de gemeenschap uitgezonderde goederen;
b. die behoren tot een nalatenschap waartoe een echtgenoot is gerechtigd;
c. uit door een van de echtgenoten gedane giften, gemaakte bedingen en aangegane omzettingen als bedoeld in artikel 126, eerste lid en tweede lid, onderdelen a en c, van Boek 4.
8 Bestaat tussen echtgenoten een geschil aan wie van hen beiden een goed toebehoort en kan geen van beiden zijn recht op dit goed bewijzen, dan wordt dit goed als gemeenschapsgoed aangemerkt. Het vermoeden werkt niet ten nadele van de schuldeisers van de echtgenoten.
Artikel 95a
Artikel 95a
1 Indien een onderneming buiten de gemeenschap valt, komt ten bate van de gemeenschap een redelijke vergoeding voor de kennis, vaardigheden en arbeid die een echtgenoot ten behoeve van die onderneming heeft aangewend, voor zover een dergelijke vergoeding niet al op andere wijze ten bate van beide echtgenoten komt of is gekomen.
2 Ook indien een onderneming op naam en voor rekening van een personenvennootschap of een rechtspersoon wordt uitgeoefend, de gerechtigdheid tot die personenvennootschap of die rechtspersoon buiten de gemeenschap valt en de echtgenoot die daartoe is gerechtigd, in overwegende mate bij machte is te bepalen dat de winsten van die onderneming hem rechtstreeks of middellijk ten goede komen, komt ten bate van de gemeenschap een redelijke vergoeding voor de kennis, vaardigheden en arbeid die een echtgenoot ten behoeve van die onderneming heeft aangewend, voor zover een dergelijke vergoeding niet al op andere wijze ten bate van beide echtgenoten komt of is gekomen.
Kennisdossiers
Titel | Categorie |
---|---|
Titel Gemeenschap van goederen | Categorie Familievermogensrecht |
Nieuws
Rechtspraak
Titel | Instantie | Datum | Nummer |
---|---|---|---|
Herleving van de algehele gemeenschap van goederen bij tweede huwelijk | Instantie Rechtbank Den Haag | Datum 17-07-2024 | Nummer ECLI:NL:RBDHA:2024:13159 |
Vergoedingsplicht ex art. 6:10 BW geen gemeenschapsschuld | Instantie Rechtbank Gelderland | Datum 27-03-2024 | Nummer ECLI:NL:RBGEL:2024:1784 |
Vergoedingsrecht niet aangetast door beperkte gemeenschap van goederen | Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden | Datum 06-07-2023 | Nummer ECLI:NL:GHARL:2023:5758 |
Rechtbank vindt halvering van vordering inzake meerinbreng woning onwenselijk; geen gemeenschapsschuld | Instantie Rechtbank Noord-Nederland | Datum 24-06-2022 | Nummer ECLI:NL:RBNNE:2022:2177 |
Notaris handelt onzorgvuldig door niet te melden dat privéschuldeisers loonbeslag konden leggen op het inkomen van de andere echtgenoot | Instantie Kamer voor het notariaat Den Bosch | Datum 28-09-2020 | Nummer ECLI:NL:TNORSHE:2020:20 |
Nederlandse pensioenverevening voor buitenlands pensioen | Instantie Hoge Raad | Datum 13-07-2018 | Nummer ECLI:NL:HR:2018:1219 |
Ook toerekening winst bij terbeschikkingstelling bedrijfspand in algehele gemeenschap van goederen | Instantie Hoge Raad | Datum 09-05-2003 | Nummer ECLI:NL:HR:2003:AE8795 |
Wetsvoorstellen
Titel | Dossiernr. | Status | Samenvatting |
---|---|---|---|
Wetsvoorstel wegnemen notariskosten bij algehele gemeenschap van goederen (ingetrokken) | Dossiernr. - | Status Ingetrokken | Samenvatting - |
Wetsvoorstel tegengaan huwelijkse gevangenschap | Dossiernr. 35348 | Status In werking getreden | Samenvatting - |
Literatuur
Titel | Auteur(s) | Bron |
---|---|---|
Titel De huwelijksgemeenschap en verkrijgingen krachtens erfrechtelijke titel en gift | Auteur(s) T.M. Subelack | Bron Proefschrift (2024) |
Titel Rechtbank acht halvering vordering wegens voorhuwelijkse meerinbreng onwenselijk | Auteur(s) L.M. de Hoog | Bron JBN 2023/13 |
Titel De voorhuwelijkse woning van een van de echtgenoten | Auteur(s) H.J. de Jonge | Bron FTV 2021/24 |
Titel Schulden en de beperkte gemeenschap van goederen | Auteur(s) A.N. Labohm, A.H.N. Stollenwerck | Bron EB 2021/77 |
Titel De (voor)huwelijkse man-vrouwfirma en de wettelijke beperkte gemeenschap van goederen | Auteur(s) A.N. Labohm, A.H.N. Stollenwerck | Bron FTV 2019/3 |
Titel Kent het Nederlands burgerlijk recht aandeelloze en/of gezamendehandse eigendom | Auteur(s) M.J.A. van Mourik | Bron WPNR 2019/7237 |
Titel Insolventie en huwelijksvermogensrecht | Auteur(s) M.J.W. Schollen | Bron REP 2019/193 |
Titel Schuldvervanging in het huwelijksvermogensrecht | Auteur(s) R.E. Brinkman | Bron WPNR 2018/7209 |
Titel Wetgeving in een weerbarstige maatschappij | Auteur(s) T.C. Hoogwout | Bron FTV 2017/4 |
Titel De nieuwe wet inzake de beperking van de wettelijke gemeenschap van goederen (wetsvoorstel 33 987) | Auteur(s) W.G. Huijgen | Bron JBN 2017/45 |
Titel Over voorwaardelijk werkende goederenrechtelijke huwelijksvermogensregimes en in- of uitsluitingsclausules | Auteur(s) J.B. Vegter | Bron WPNR 2017/7154 |
Titel Wetsvoorstel beperking gemeenschap van goederen aangenomen! | Auteur(s) L.C.A. Verstappen | Bron WPNR 2017/7146 |
Titel De fiscale gevolgen van de nieuwe beperkte gemeenschap van goederen | Auteur(s) T.F.H. Reijnen | Bron VEP 2016/41 |
Titel Een redelijke vergoeding voor de gemeenschap: een korte verkenning van artikel 1:95a BW | Auteur(s) J.H. Lieber | Bron FJR 2016/55 |
Titel Schulden in het huwelijksvermogensrecht naar huidig en komend recht | Auteur(s) J.H. Lieber | Bron FJR 2016/53 |
Titel Enkele aspecten van het (nieuwe) huwelijksvermogensrecht en aanmerkelijk belang – ‘Het ab privé, pas op met de IB | Auteur(s) W. Burgerhart, J. Ganzeveld, H. Hoeve | Bron FTV 2015/45 |
Titel Naschrift bij reactie op 'Gemeenschap van goederen gemoderniseerd | Auteur(s) W.D. Kolkman | Bron FTV 2014/17 |