Insluitingsclausule en uitsluitingsclausule (art. 1:94 BW)
1 InleidingOp grond van art. 1:94 lid 4 BW kan een erflater of schenker bepalen dat goederen die hij nalaat of schenkt niet in de wettelijke gemeenschap vallen.2 Uitsluitingsclausule in (latere) uiterste wilsbeschikkingEen uitsluitingsclausule kan in een uiterste wil (testament of codicil) worden opgenomen zowel gelijktijdig met het maken van de uiterste wilsbeschikking als in een latere uiterste wil. 3 Uitsluitingsclausule en giftIn geval van een gift moet een uitsluitingsclausule gelijktijdig…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleWet- en regelgeving
Artikel 94
Artikel 94
1 Van het ogenblik van de voltrekking van het huwelijk bestaat tussen de echtgenoten van rechtswege een gemeenschap van goederen.
2 De gemeenschap omvat, wat haar baten betreft, alle goederen die reeds vóór de aanvang van de gemeenschap aan de echtgenoten gezamenlijk toebehoorden, en alle overige goederen van de echtgenoten, door ieder van hen afzonderlijk of door hen tezamen vanaf de aanvang van de gemeenschap tot haar ontbinding verkregen, met uitzondering van:
a. krachtens erfopvolging bij versterf, making, lastbevoordeling of gift verkregen goederen;
b. pensioenrechten waarop de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding van toepassing is, alsmede met die pensioenrechten verband houdende rechten op nabestaandenpensioen;
c. rechten op het vestigen van vruchtgebruik als bedoeld in de artikelen 29 en 30 van Boek 4, vruchtgebruik dat op grond van die bepalingen is gevestigd, alsmede hetgeen wordt verkregen ingevolge de artikelen 34, 35, 36, 38, 63 tot en met 92 en 126, eerste lid en tweede lid, onderdelen a en c, van Boek 4.
3 Het tweede lid, aanhef en onderdeel a, is niet van toepassing op:
a. giften van tot de gemeenschap behorende goederen aan de andere echtgenoot;
b. goederen, alsmede de vruchten van die goederen, ten aanzien waarvan bij uiterste wilsbeschikking of bij de gift is bepaald dat zij in de gemeenschap vallen.
4 Goederen, alsmede de vruchten van die goederen, ten aanzien waarvan bij uiterste wilsbeschikking of bij de gift is bepaald dat zij buiten de gemeenschap vallen, blijven buiten de gemeenschap, ook al zijn echtgenoten bij huwelijkse voorwaarden overeengekomen dat krachtens erfopvolging bij versterf, making, lastbevoordeling of gift verkregen goederen dan wel de vruchten daarvan in de gemeenschap vallen.
5 Goederen en schulden die aan een van de echtgenoten op enigerlei bijzondere wijze verknocht zijn, vallen slechts in de gemeenschap voor zover die verknochtheid zich hiertegen niet verzet.
6 Vruchten van goederen die niet in de gemeenschap vallen, vallen evenmin in de gemeenschap. Buiten de gemeenschap valt hetgeen wordt geïnd op een vordering die buiten de gemeenschap valt, alsmede een vordering tot vergoeding die in de plaats van een eigen goed van een echtgenoot treedt, waaronder begrepen een vordering ter zake van waardevermindering van zulk een goed.
7 De gemeenschap omvat, wat haar lasten betreft, alle vóór het bestaan van de gemeenschap ontstane gemeenschappelijke schulden, alle schulden betreffende goederen die reeds vóór de aanvang van de gemeenschap aan de echtgenoten gezamenlijk toebehoorden, en alle tijdens het bestaan van de gemeenschap ontstane schulden van ieder van de echtgenoten, met uitzondering van schulden:
a. betreffende van de gemeenschap uitgezonderde goederen;
b. die behoren tot een nalatenschap waartoe een echtgenoot is gerechtigd;
c. uit door een van de echtgenoten gedane giften, gemaakte bedingen en aangegane omzettingen als bedoeld in artikel 126, eerste lid en tweede lid, onderdelen a en c, van Boek 4.
8 Bestaat tussen echtgenoten een geschil aan wie van hen beiden een goed toebehoort en kan geen van beiden zijn recht op dit goed bewijzen, dan wordt dit goed als gemeenschapsgoed aangemerkt. Het vermoeden werkt niet ten nadele van de schuldeisers van de echtgenoten.
Kennisdossiers
Titel | Categorie |
---|---|
Titel Gemeenschap van goederen | Categorie Familievermogensrecht |
Titel Echtscheiding | Categorie Familierecht (overig) |
Titel Schenking | Categorie Familierecht (overig) |
Titel Zaaksvervanging | Categorie Diversen |
Rechtspraak
Literatuur
Titel | Auteur(s) | Bron |
---|---|---|
Titel De huwelijksgemeenschap en verkrijgingen krachtens erfrechtelijke titel en gift | Auteur(s) T.M. Subelack | Bron Proefschrift (2024) |
Titel Relatievermogensrecht | Auteur(s) B.E. Rheinhartz | Bron FTV 2022/22 |
Titel Goederenrechtelijke of verbintenisrechtelijke werking van de voorwaardelijke uitsluitingsclausule | Auteur(s) C.C.M van Oorschot | Bron WPNR 2022/7354 |
Titel Zaaksvervanging en vermogensallocatie in het huwelijksvermogensrecht. Een heikele kwestie | Auteur(s) T.H. Sikkema | Bron WPNR 2021/7351 |
Titel Het eenheidsbeginsel bij erfrechtelijke verkrijgingen en giften nader beschouwd | Auteur(s) B.E. Reinhartz | Bron JBN 2021/9 |
Titel Zaaksvervanging bij gezamenlijke verkrijging door echtgenoten | Auteur(s) T.H. Sikkema | Bron FTV 2020/28 |
Titel Roma locuta: de Hoge Raad geeft uitsluitsel over uitsluitingsclausule, consumptie en reprise | Auteur(s) P. Blokland | Bron FTV 2019/27 |
Titel Zaaksvervanging in het huwelijksvermogensrecht | Auteur(s) R.E. Brinkman e.a. | Bron WPNR 2018/7198 |
Titel De uitsluitingsclausule en gemeenschapsvermogen: voorkomen is beter dan genezen! | Auteur(s) H.J. de Jonge | Bron JBN 2018/25 |
Titel De in- en uitsluitingsclausule in het nieuwe huwelijksvermogensrecht | Auteur(s) P. Blokland | Bron KWEP 2018/2 |
Titel Over voorwaardelijk werkende goederenrechtelijke huwelijksvermogensregimes en in- of uitsluitingsclausules | Auteur(s) J.B. Vegter | Bron WPNR 2017/7154 |