Kennisbank voor het notariaat
Wetstoelichting

Rangwisseling (art. 3:262 BW)

Bijgewerkt tot 30-01-2020 Auteur De redactie

1 Algemeen In beginsel bepaalt de inschrijving in de openbare registers de rang van het goederenrechtelijke recht. In 1992 is in de wet de rangwisselingsfiguur geïntroduceerd die bestaat in de mogelijkheid voor een hypotheekrecht om bij overeenkomst af te wijken van de uit de wet voorvloeiende rangorde naar anciënniteit. Aan deze overeenkomst is, mits is voldaan aan de in art. 3:262 BW gestelde eisen, goederenrechtelijk effect verbonden. Zo is vereist dat de rangwisseling wordt gegote…

Verder lezen?

Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.


Inloggen via Legal Intelligence

Geen inloggegevens?

Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.

Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!

Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.


Gebruikers van Via Juridica

Bekijk alle

Wet- en regelgeving


Artikel 262

  • 1

    Bij een notariële akte die in de registers wordt ingeschreven, kan worden bepaald dat een hypotheek ten aanzien van een of meer hypotheken op hetzelfde goed een hogere rang heeft dan haar volgens het tijdstip van haar inschrijving toekomt, mits uit de akte blijkt dat de gerechtigden tot die andere hypotheek of hypotheken daarin toestemmen.

  • 2

    Met overeenkomstige toepassing van het eerste lid kan ook worden bepaald dat een hypotheek en een ander beperkt recht ten aanzien van elkaar worden geacht in andere volgorde te zijn ontstaan dan is geschied.


Kennisdossiers

Titel Categorie
Titel Hypotheek Categorie Registergoederenrecht

Rechtspraak

Titel Instantie Datum Nummer
Rangwisseling art. 3:262 BW analoog van toepassing op pandrechten Instantie Hoge Raad Datum 09-04-2021 Nummer ECLI:NL:HR:2021:524

Literatuur

Titel Auteur(s) Bron
Titel Kan een pandhouder een kwaliteitsrekening aanhouden ter zake van de inning van aan hem verpande vorderingen? Auteur(s) T. van der Linden Bron WPNR 2023/7414
Inhoudsopgave
Overzicht
Wetstructuur
Civiel