Vordering tot nakoming (art. 3:296 BW)
1 HoofdregelEen rechtsplicht moet worden nagekomen. Art. 3:296 BW bepaalt dan ook dat wie jegens een ander verplicht is iets te geven, te doen of na te laten daartoe, op vordering van die ander, door de rechter wordt veroordeeld. Voortdurende of dreigende schendingen kunnen door deze bepaling worden beëindigd. De partij die de vordering instelt heeft de stelplicht en de bewijslast omtrent het bestaan van de verplichting. Ingebrekestelling is niet vereist. Tevens is geen…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleWet- en regelgeving
Artikel 296
Artikel 296
1 Tenzij uit de wet, uit de aard der verplichting of uit een rechtshandeling anders volgt, wordt hij die jegens een ander verplicht is iets te geven, te doen of na te laten, daartoe door de rechter, op vordering van de gerechtigde, veroordeeld.
2 Hij die onder een voorwaarde of een tijdsbepaling tot iets is gehouden, kan onder die voorwaarde of tijdsbepaling worden veroordeeld.
Rechtspraak
Titel | Instantie | Datum | Nummer |
---|---|---|---|
Vordering legitieme portie pas opeisbaar na overlijden erfgenaam | Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch | Datum 27-10-2020 | Nummer ECLI:NL:GHSHE:2020:3324 |