Kindsdeel van een stiefkind (art. 4:27 BW)
1 Algemeen Art. 4:27 BW bevat een bijzondere bepaling voor de erflater die wenst de eigen kinderen en de stiefkinderen gelijk te behandelen door een stiefkind als eigen kind in de wettelijke verdeling te betrekken als bedoeld in art. 4:13 BW. In dat geval heeft het stiefkind ook wilsrechten en is afdeling 4.3.1 BW van toepassing, tenzij de erflater anders heeft bepaald. 2 Definitie stiefkind Onder stiefkind wordt, voor het erfrecht, begrepen een kind van de echtgenoot of geregistreerde par…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleWet- en regelgeving
Artikel 27
Artikel 27
Bij uiterste wilsbeschikking kan de erflater bepalen dat een stiefkind in een verdeling als bedoeld in artikel 13 als eigen kind wordt betrokken. In dat geval is deze afdeling van toepassing, behoudens voor zover de erflater anders heeft bepaald. De afstammelingen van het stiefkind worden bij plaatsvervulling geroepen.
Literatuur
Titel | Auteur(s) | Bron |
---|---|---|
Titel De erfrechtelijke positie van het stiefkind en het quasi-stiefkind (I) | Auteur(s) E.M.J.M.C. van Wijk-Verhagen, J.J. Keizer | Bron WPNR 2023/7411 |