Quasi-legaten (art. 4:126 - 4:129 BW)
1 Quasi-legaten of fictieve legatenDe regeling van de quasi-legaten heeft met name betrekking op voordelen die pas na het overlijden van erflater worden genoten. Deze rechtshandelingen worden aangemerkt als ‘alsof-legaten’ of fictieve legaten in het kader van de legitiemeregeling. Ter zake van de vermindering (art. 4:120 leden 1 en 2 BW) en inkorting (art. 4:87 lid 2 BW) worden deze rechtshandelingen beschouwd als legaten ten laste van de gezamenlijke erfgenamen. De…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleWet- en regelgeving
Artikel 126
Artikel 126
1 Een schenking of andere gift wordt, voor zover deze de strekking heeft dat zij pas na het overlijden van de schenker of gever wordt uitgevoerd, en zij niet reeds tijdens het leven van de schenker of gever is uitgevoerd, voor de toepassing van hetgeen in dit Boek is bepaald betreffende inkorting en vermindering aangemerkt als een legaat ten laste van de gezamenlijke erfgenamen. In afwijking van de artikelen 87 lid 2 en 120 lid 3 komt de schenking of andere gift, indien daarbij niet anders is bepaald, als laatste voor inkorting en vermindering in aanmerking. Kan de schenking of andere gift tot aan het overlijden van de schenker of gever worden herroepen, dan mist de tweede zin toepassing.
2 Lid 1 is van overeenkomstige toepassing op:
a. een beding dat een goed van een der partijen onder opschortende voorwaarde of onder opschortende tijdsbepaling zonder redelijke tegenprestatie op een ander overgaat of kan overgaan, voor zover het beding wordt toegepast in geval van overlijden van degene aan wie het goed toebehoort; wederkerigheid van het beding geldt niet als tegenprestatie;
b. een begunstiging bij een sommenverzekering, voor zover de uitkering die door het overlijden van de verzekeringnemer verschuldigd wordt, als een gift geldt;
c. een omzetting van een natuurlijke verbintenis in een rechtens afdwingbare, voor zover deze de strekking heeft dat de verbintenis pas na het overlijden van de schuldenaar zal worden nagekomen, en deze verbintenis niet reeds tijdens diens leven is nagekomen.
3 De artikelen 66 en 68 zijn van overeenkomstige toepassing.
Artikel 127
Artikel 127
Betreft de inkorting of de vermindering een begunstiging bij een sommenverzekering of een andere begunstiging bij een beding ten behoeve van een derde, dan heeft zij tot gevolg dat de begunstigde verplicht is tot vergoeding van de waarde van het ingekorte of in mindering komende gedeelte aan de gezamenlijke erfgenamen, voor zover dit niet, alle omstandigheden in aanmerking genomen, onredelijk is. Indien de nalatenschap is verdeeld overeenkomstig artikel 13, is de in de eerste zin bedoelde vergoeding verschuldigd aan de echtgenoot van de erflater. Een begunstiging als bedoeld in de eerste zin kan slechts worden ingekort of verminderd binnen drie jaar nadat de begunstigde de prestatie heeft ontvangen.
Artikel 128
Artikel 128
Hetgeen met betrekking tot legatarissen is bepaald in de artikelen 29 lid 3 en 30 lid 3 is van overeenkomstige toepassing op degenen die zijn bevoordeeld door een handeling als bedoeld in artikel 126. Met gelegateerde goederen als bedoeld in artikel 30 lid 5 worden gelijkgesteld goederen die zijn verkregen krachtens een handeling als bedoeld in artikel 126. Hetgeen met betrekking tot legatarissen is bepaald in de artikelen 216 en 220 lid 3 is van overeenkomstige toepassing op degenen die zijn bevoordeeld door een handeling als bedoeld in artikel 126 leden 1 en 2, onder c, alsmede, voor zover dit niet, alle omstandigheden in aanmerking genomen, onredelijk is, door een handeling als bedoeld in artikel 126 lid 2, onder b.
Artikel 129
Artikel 129
Bij uiterste wilsbeschikking kan een voorwaarde als bedoeld in artikel 82 worden verbonden aan een handeling als bedoeld in artikel 126.
Kennisdossiers
Titel | Categorie |
---|---|
Titel Afwikkeling en vereffening nalatenschap | Categorie Erfrecht |
Titel Testament | Categorie Erfrecht |
Titel Levensverzekering | Categorie Familierecht (overig) |
Rechtspraak
Titel | Instantie | Datum | Nummer |
---|---|---|---|
Vermindering uitkering levensverzekering als quasi-legaat? | Instantie Rechtbank Den Haag | Datum 01-09-2023 | Nummer ECLI:NL:RBDHA:2023:17506 |
Schuld voortvloeiend uit huwelijkse voorwaarden is quasi-legaat | Instantie Hoge Raad | Datum 30-09-2022 | Nummer ECLI:NL:HR:2022:1339 |
Finaal verrekenbeding is volgens Rechtbank quasi-legaat (art. 4:126 lid 2 sub a BW) | Instantie Rechtbank Gelderland | Datum 03-11-2021 | Nummer ECLI:NL:RBGEL:2021:5835 |
Levensverzekeringsuitkering is quasi-legaat en vermindering is niet onredelijk | Instantie Rechtbank Rotterdam | Datum 26-10-2020 | Nummer ECLI:NL:RBROT:2020:9650 |
Erfgenaam als vereffenaar ernstig tekortgeschoten en aansprakelijk voor voldoening uitvaartkosten | Instantie Rechtbank Den Haag | Datum 04-08-2020 | Nummer ECLI:NL:RBDHA:2020:10223 |
Vermindering quasi-legaat onredelijk vanwege verzorgingskarakter | Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden | Datum 24-07-2018 | Nummer ECLI:NL:GHARL:2018:6788 |
Beroep op vervaltermijn art. 4:216 BW naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar | Instantie Rechtbank Midden-Nederland | Datum 21-04-2015 | Nummer ECLI:NL:RBMNE:2015:2795 |
Nabestaandenlijfrente voor minderjarig kind was quasi-legaat | Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden | Datum 24-02-2015 | Nummer ECLI:NL:GHARL:2015:1357 |
Uitkering uit levensverzekering is quasi-legaat en het verminderen van quasi-legaten behoort tot de taken van executeurs en vereffenaars | Instantie Hoge Raad | Datum 17-05-2013 | Nummer ECLI:NL:HR:2013:BZ3643 |
HR 01-10-2004, nr C03/007HR, ECLI:NL:HR:2004:AO9558 | Instantie Hoge Raad | Datum 01-10-2004 | Nummer ECLI:NL:HR:2004:AO9558 |
Literatuur
Titel | Auteur(s) | Bron |
---|---|---|
Titel Huwelijksvermogensrechtelijke bedingen en quasi-legaat: de teerling is geworpen | Auteur(s) F.W.J.M. Schols | Bron WPNR 2023/7422 |
Titel Het finaal verrekenbeding een quasi-legaat? Praktische gevolgen en (on)mogelijkheden | Auteur(s) S.H. Hoogeveen, N. van den Berg | Bron JBN 2022/16 |
Titel De invloed van de erfrechtelijke renteovereenkomst en de testamentaire rente op de legitieme portie en de positie van andere schuldeisers van de langstlevende | Auteur(s) A.J. Luimes | Bron WPNR 2015/7081 |
Titel dissertatie: Quasi-erfrecht met bindende elementen | Auteur(s) F.W.J.M. Schols |