Zaaksvervanging bij vruchtgebruik (art. 3:213 - 3:214 BW)
1 AlgemeenOmdat aan vruchtgebruik onderworpen goederen bevoegdelijk kunnen worden vervreemd, heeft de wetgever ervoor gekozen de regels van zaaksvervanging van toepassing te laten zijn op hetgeen is onderworpen aan een recht van vruchtgebruik. Art. 3:213 lid 1 BW beschermt de hoofdgerechtigde. Het zojuist genoemde artikel bewerkstelligt dat het goed dat in de plaats is getreden van een vervreemd goed, gaat toebehoren aan de hoofdgerechtigde en wel onder bezwaar van het recht van vruchtgebr…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleWet- en regelgeving
Artikel 213
Artikel 213
1 Hetgeen in de plaats van aan vruchtgebruik onderworpen goederen treedt doordat daarover bevoegdelijk wordt beschikt, behoort aan de hoofdgerechtigde toe en is eveneens aan het vruchtgebruik onderworpen. Hetzelfde is het geval met hetgeen door inning van aan vruchtgebruik onderworpen vorderingen wordt ontvangen, en met vorderingen tot vergoeding die in de plaats van aan vruchtgebruik onderworpen goederen treden, waaronder begrepen vorderingen ter zake van waardevermindering van die goederen.
2 Ook zijn aan het vruchtgebruik onderworpen de voordelen die een goed tijdens het vruchtgebruik oplevert en die geen vruchten zijn.
Artikel 214
Artikel 214
1 Tenzij bij de vestiging anders is bepaald, moeten gelden die tot het vruchtgebruik behoren, in overleg met de hoofdgerechtigde vruchtdragend belegd of in het belang van de overige aan het vruchtgebruik onderworpen goederen besteed worden.
2 In geval van geschil omtrent hetgeen ten aanzien van de in het eerste lid bedoelde gelden dient te geschieden, beslist daaromtrent de persoon die bij de vestiging van het vruchtgebruik daartoe is aangewezen, of bij gebreke van een zodanige aanwijzing, de kantonrechter. Tegen een beschikking van de kantonrechter krachtens dit lid is geen hogere voorziening toegelaten.
Kennisdossiers
Titel | Categorie |
---|---|
Titel Vruchtgebruik | Categorie Diversen |
Titel Zaaksvervanging | Categorie Diversen |
Rechtspraak
Titel | Instantie | Datum | Nummer |
---|---|---|---|
Bloot-eigenaren van rechtswege bloot-eigenaar bij zaaksvervanging | Instantie Rechtbank Amsterdam | Datum 03-07-2024 | Nummer ECLI:NL:RBAMS:2024:3944 |
Wijziging object vruchtgebruik onderworpen aan overdrachtsbelasting | Instantie Hoge Raad | Datum 20-12-2013 | Nummer ECLI:NL:HR:2013:2077 |
Modehuis Nolly II | Instantie Hoge Raad | Datum 16-03-1984 | Nummer ECLI:NL:HR:1984:AB7952 |
Literatuur
Titel | Auteur(s) | Bron |
---|---|---|
Titel Vruchtgebruik en zaaksvervanging bij de verkrijging van registergoederen | Auteur(s) P.C. van Es | Bron JBN 2024/42 |
Titel Asser/Bartels & Van Velten 5 2017/hoofdstuk 9 | ||
Titel Zaaksvervanging, Een verhandeling over de verschillende in het BW geregelde gevallen van zaaksvervanging mede in hun onderlinge samenhang | Auteur(s) S. Perrick | Bron 2016 |
Titel J.B. Spath, 'Zaaksvervanging', 2010 | ||
Titel Vruchtgebruik | Auteur(s) M.S. van Gaalen | Bron 2001 |
Titel Vruchtgebruik | Auteur(s) T.J. Mellema-Kranenburg, C.A. Kraan, I.J.F.A. van Vijfeijken, J.P.M. Stubbé | Bron Preadvies Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie 1999 |