Vruchtgebruik algemeen (art. 3:201 - 3:211 BW)
1 Begrip vruchtgebruikHet recht van vruchtgebruik is een beperkt recht met, net als alle andere beperkte rechten, een absoluut karakter. Vruchtgebruik is te onderscheiden van andere beperkte rechten doordat het een absoluut recht op het gebruik én de vruchten van een goed van een ander geeft. Het absolute karakter betekent dat de vruchtgebruiker zijn recht behoudt zelfs als het goed van eigenaar wisselt, dit wordt ook wel ‘droit de suite’ of ‘zaaksgevolg’ gen…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleWet- en regelgeving
Artikel 201
Artikel 201
Vruchtgebruik geeft het recht om goederen die aan een ander toebehoren, te gebruiken en daarvan de vruchten te genieten.
Artikel 202
Artikel 202
Vruchtgebruik ontstaat door vestiging of door verjaring.
Artikel 203
Artikel 203
1 Vruchtgebruik kan worden gevestigd ten behoeve van één persoon, ofwel ten behoeve van twee of meer personen hetzij gezamenlijk hetzij bij opvolging. In het laatste geval moeten ook de later geroepenen op het ogenblik van de vestiging bestaan.
2 Vruchtgebruik kan niet worden gevestigd voor langer dan het leven van de vruchtgebruiker. Vruchtgebruik ten behoeve van twee of meer personen wast bij het einde van het recht van een hunner bij dat van de anderen aan, bij ieder in evenredigheid van zijn aandeel, en eindigt eerst door het tenietgaan van het recht van de laatst overgeblevene, tenzij anders is bepaald.
3 Is de vruchtgebruiker een rechtspersoon, dan eindigt het vruchtgebruik door ontbinding van de rechtspersoon, en in ieder geval na verloop van dertig jaren na de dag van vestiging.
Artikel 205
Artikel 205
1 Tenzij een bewind reeds tot een voldoende boedelbeschrijving heeft geleid of daartoe verplicht, moet de vruchtgebruiker in tegenwoordigheid of na behoorlijke oproeping van de hoofdgerechtigde een notariële beschrijving van de goederen opmaken. De beschrijving kan ondershands worden opgemaakt, indien de hoofdgerechtigde tegenwoordig is en hoofdgerechtigde en vruchtgebruiker een regeling hebben getroffen omtrent haar bewaring.
2 Zowel de vruchtgebruiker als de hoofdgerechtigde hebben het recht om in de beschrijving alle bijzonderheden te doen opnemen, die dienstig zijn om de toestand waarin de aan het vruchtgebruik onderworpen zaken zich bevinden, te doen kennen.
3 De hoofdgerechtigde is bevoegd de levering en afgifte van de aan het vruchtgebruik onderworpen goederen op te schorten, indien de vruchtgebruiker niet terzelfder tijd zijn verplichting tot beschrijving nakomt.
4 De vruchtgebruiker moet jaarlijks aan de hoofdgerechtigde een ondertekende nauwkeurige opgave zenden van de goederen die niet meer aanwezig zijn, van de goederen die daarvoor in de plaats zijn gekomen, en van de voordelen die de goederen hebben opgeleverd en die geen vruchten zijn.
5 De vruchtgebruiker kan van de verplichtingen die ingevolge de voorgaande leden op hem rusten, niet worden vrijgesteld.
6 Tenzij anders is bepaald, komen de kosten van de beschrijving en van de in lid 4, bedoelde jaarlijkse opgave ten laste van de vruchtgebruiker.
Artikel 206
Artikel 206
1 De vruchtgebruiker moet voor de nakoming van zijn verplichtingen jegens de hoofdgerechtigde zekerheid stellen, tenzij hij hiervan is vrijgesteld of de belangen van de hoofdgerechtigde reeds voldoende zijn beveiligd door de instelling van een bewind.
2 Is de vruchtgebruiker van het stellen van zekerheid vrijgesteld, dan kan de hoofdgerechtigde jaarlijks verlangen dat hem de aan het vruchtgebruik onderworpen zaken worden getoond. Ten aanzien van waardepapieren en gelden kan, behoudens bijzondere omstandigheden, met overlegging van een verklaring van een geregistreerde krediet-instelling worden volstaan.
Artikel 207
Artikel 207
1 Een vruchtgebruiker mag de aan het vruchtgebruik onderworpen goederen gebruiken of verbruiken overeenkomstig de bij de vestiging van het vruchtgebruik gestelde regels of, bij gebreke van zodanige regels, met inachtneming van de aard van de goederen en de ten aanzien van het gebruik of verbruik bestaande plaatselijke gewoonten.
2 Een vruchtgebruiker is voorts bevoegd tot alle handelingen die tot een goed beheer van de aan het vruchtgebruik onderworpen goederen dienstig kunnen zijn. Tot alle overige handelingen ten aanzien van die goederen zijn de hoofdgerechtigde en de vruchtgebruiker slechts tezamen bevoegd.
3 Jegens de hoofdgerechtigde is de vruchtgebruiker verplicht ten aanzien van de aan het vruchtgebruik onderworpen goederen en het beheer daarover de zorg van een goed vruchtgebruiker in acht te nemen.
Artikel 208
Artikel 208
1 Van zaken die aan het vruchtgebruik zijn onderworpen, mag de vruchtgebruiker de bestemming die deze bij de aanvang van het vruchtgebruik hadden, niet veranderen zonder toestemming van de hoofdgerechtigde of machtiging van de kantonrechter.
2 Tenzij in de akte van vestiging anders is bepaald, is de vruchtgebruiker van een zaak, zowel tijdens de duur van zijn recht als bij het einde daarvan, bevoegd om aan de zaak aangebrachte veranderingen en toevoegingen weg te nemen, mits hij de zaak in de oude toestand terugbrengt.
Artikel 209
Artikel 209
1 De vruchtgebruiker is verplicht het voorwerp van zijn vruchtgebruik ten behoeve van de hoofdgerechtigde te verzekeren tegen die gevaren, waartegen het gebruikelijk is een verzekering te sluiten. In ieder geval is de vruchtgebruiker, indien een gebouw aan zijn vruchtgebruik is onderworpen, verplicht dit tegen brand te verzekeren.
2 Voor zover de vruchtgebruiker aan de in het eerste lid omschreven verplichtingen niet voldoet, is de hoofdgerechtigde bevoegd zelf een verzekering te nemen en is de vruchtgebruiker verplicht hem de kosten daarvan te vergoeden.
Artikel 210
Artikel 210
1 Tenzij bij de vestiging anders is bepaald, is de vruchtgebruiker bevoegd in en buiten rechte nakoming te eisen van aan het vruchtgebruik onderworpen vorderingen en tot het in ontvangst nemen van betalingen.
2 Tenzij bij de vestiging anders is bepaald, is hij tot ontbinding en opzegging van overeenkomsten slechts bevoegd, wanneer dit tot een goed beheer dienstig kan zijn.
3 De hoofdgerechtigde is slechts bevoegd de in de vorige leden genoemde bevoegdheden uit te oefenen, indien hij daartoe toestemming van de vruchtgebruiker of machtiging van de kantonrechter heeft gekregen. Tegen de machtiging van de kantonrechter krachtens dit lid is geen hogere voorziening toegelaten.
Artikel 211
Artikel 211
1 Ook wanneer bij de beschrijving of in een jaarlijkse opgave een of meer goederen die aan het vruchtgebruik onderworpen zijn, slechts naar hun soort zijn aangeduid, behoudt de hoofdgerechtigde daarop zijn recht.
2 De vruchtgebruiker is verplicht zodanige goederen afgescheiden van zijn overig vermogen te houden.
Kennisdossiers
Titel | Categorie |
---|---|
Titel Vruchtgebruik | Categorie Diversen |
Rechtspraak
Titel | Instantie | Datum | Nummer |
---|---|---|---|
Overdracht van vruchtgebruiker van woning aan zichzelf in strijd met uiterste wil | Instantie Rechtbank Rotterdam | Datum 21-11-2023 | Nummer ECLI:NL:RBROT:2023:11257 |
Uitleg testamentair recht van vruchtgebruik | Instantie Rechtbank Noord-Holland | Datum 07-12-2022 | Nummer ECLI:NL:RBNHO:2022:11977 |
(Juridische) Splitsing is geen vervreemding, vruchtgebruikster heeft geen toestemming nodig van blooteigenaren | Instantie Rechtbank Den Haag | Datum 17-03-2016 | Nummer ECLI:NL:RBDHA:2016:2871 |
Literatuur
Titel | Auteur(s) | Bron |
---|---|---|
Titel Het verbintenisrechtelijk aan- en uitkleden van beperkte rechten, mede aan de hand van het financieringsvruchtgebruik | Auteur(s) W.H.B.K. Nieuwesteeg | Bron WPNR 7433 |
Titel Drie stellingen. Wijziging van beperkte rechten | Auteur(s) K. Everaars | Bron WPNR 2021/7352 |
Titel Wijziging van beperkte rechten | Auteur(s) K. Everaars | Bron Ars Aequi 2021/11 |
Titel De jaarlijkse opgave van art. 3:205 lid 4 BW bij vruchtgebruik en bij een fideïcommis de residuo | Auteur(s) P.C. van Es | Bron WPNR 2020/7269 |
Titel Vruchtgebruik op onverdeelde helft woning ten behoeve van de andere mede-eigenaar (rechtsvragenrubriek) | Auteur(s) L.C.A. Verstappen | Bron WPNR 2017/7154 |