Doorschuiven op verzoek (art. 4.40 Wet IB 2001)
Doorschuiving bij niet langer aanwezig zijn van een aanmerkelijk belang Het niet langer aanwezig zijn van een aanmerkelijk belang wordt aangemerkt als een fictieve vervreemding van de tot het aanmerkelijk belang behorende aandelen en/of winstbewijzen (art. 4.16 lid 1 onder g Wet IB 2001). Dit kan zich bijvoorbeeld voordoen indien na de verkoop van een deel van de aandelen de niet verkochte aandelen minder dan 5% van het geplaatste kapitaal uitmaken en daardoor geen aanmerkelijk…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleWet- en regelgeving
Artikel 4.40 Doorschuiving op verzoek (mogelijk ontstaan fictief aanmerkelijk belang)
Artikel 4.40 Doorschuiving op verzoek (mogelijk ontstaan fictief aanmerkelijk belang)
Op verzoek van de belastingplichtige vindt artikel 4.16, eerste lid, onderdeel g, geen toepassing met betrekking tot aandelen of winstbewijzen die tot zijn vermogen blijven behoren.
Kennisdossiers
Titel | Categorie |
---|---|
Titel Belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang (box 2) | Categorie Belastingrecht |
Titel Doorschuifregelingen | Categorie Belastingrecht |
Wetsvoorstellen
Titel | Dossiernr. | Status | Samenvatting |
---|---|---|---|
Invoeringswet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht | Dossiernr. 32426 | Status - | Samenvatting - |