Doorschuifregeling bij verdeling huwelijksgemeenschap (art. 3.98d Wet IB 2001)
Doorschuifregeling bij verkrijging tbs-vermogen krachtens verdeling van een huwelijksgemeenschap In art. 3.98d Wet IB 2001 is vastgelegd dat als bij een echtscheiding de huwelijksgemeenschap zodanig wordt verdeeld dat het ter beschikking gestelde vermogensbestanddeel aan één van de ex-echtgenoten wordt toegedeeld, de terbeschikkingstelling zonder tussentijdse afrekening geruisloos kan worden voortgezet indien de verkrijger (die het aanmerkel…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleWet- en regelgeving
Artikel 3.98d Doorschuiving bij overgang krachtens verdeling van een huwelijksgemeenschap anders dan door overlijden
Artikel 3.98d Doorschuiving bij overgang krachtens verdeling van een huwelijksgemeenschap anders dan door overlijden
1 De verdeling van een huwelijksgemeenschap waartoe een ter beschikking gesteld vermogensbestanddeel als bedoeld in artikel 3.92, eerste of tweede lid, behoort binnen twee jaren na de ontbinding van de huwelijksgemeenschap anders dan door overlijden, wordt met betrekking tot dat vermogensbestanddeel niet als een vervreemding aangemerkt mits het vermogensbestanddeel bij de verkrijger tot een werkzaamheid blijft behoren. De verkrijger stelt het deel van het vermogensbestanddeel dat hij verkrijgt te boek op de laatste boekwaarde van dat deel van het vermogensbestanddeel bij degene van wie het is verkregen. De eerste volzin is van overeenkomstige toepassing met betrekking tot fiscale reserves als bedoeld in artikel 3.53 alsmede voorzieningen die in overeenstemming met artikel 3.25 zijn gevormd bij de bepaling van het resultaat uit de werkzaamheid. Degene naar wie de reserve of voorziening is overgegaan, wordt geacht in de plaats te zijn getreden van degene die de reserve of voorziening heeft gevormd.
2 Het eerste lid vindt geen toepassing indien de beide gewezen echtgenoten hier gezamenlijk voor kiezen. De keuze wordt schriftelijk kenbaar gemaakt aan de inspecteur van de gewezen echtgenoot bij wie een vervreemdingsvoordeel in aanmerking wordt genomen.
3 De artikelen 3.98a en 3.98b zijn bij een belastingplichtige van overeenkomstige toepassing op een ter beschikking gestelde schuldvordering als bedoeld in artikel 3.92, eerste of tweede lid, die voorafgaande aan de verdeling van een huwelijksgemeenschap is afgewaardeerd ten laste van het resultaat uit een werkzaamheid van zijn gewezen echtgenoot.
Kennisdossiers
Titel | Categorie |
---|---|
Titel Afwikkeling en vereffening nalatenschap | Categorie Erfrecht |
Titel Echtscheiding | Categorie Familierecht (overig) |
Titel Bedrijfsopvolging | Categorie Belastingrecht |
Titel Doorschuifregelingen | Categorie Belastingrecht |
Titel Terbeschikkingstellingsregelingen | Categorie Belastingrecht |
Beleidsbesluiten
Titel | Instantie | Datum | Nummer | Samenvatting |
---|---|---|---|---|
Instantie Ministerie van Financiën | Datum 09-03-2018 | Nummer 2018-27139 | Samenvatting Het verzamelbesluit aanmerkelijk belang van 4 september 2012 (nr. BLKB2012/101M) is geactualiseerd. Nieuw is… |