Genotsrecht op AB-aandelen (art. 4.3 Wet IB 2001)
1 Vruchtgebruik van aanmerkelijkbelangaandelen Een vruchtgebruiker van aanmerkelijkbelangaandelen wordt voor de aanmerkelijkbelangregeling gelijkgesteld met het zijn van aandeelhouder van aanmerkelijkbelangaandelen (art. 4.3 Wet IB 2001). Vruchtgebruik van aanmerkelijkbelangaandelen kan onder meer ontstaan op grond van een vruchtgebruiklegaat. Ten aanzien van dezelfde aandelen kunnen dus zowel de vruchtgebruiker als de hoofdgerechtigde/bloot eigenaar een aanmerkelijk…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleWet- en regelgeving
Artikel 4.3 Genotsrechten
Artikel 4.3 Genotsrechten
Voor de toepassing van dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen:
a. wordt met een aandeelhouder gelijkgesteld degene die slechts gerechtigd is tot voordelen uit aandelen en wordt zijn gerechtigdheid aangemerkt als aandeel;
b. wordt met de houder van winstbewijzen gelijkgesteld degene die slechts gerechtigd is tot voordelen uit winstbewijzen en wordt zijn gerechtigdheid aangemerkt als winstbewijs.
Kennisdossiers
Titel | Categorie |
---|---|
Titel Belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang (box 2) | Categorie Belastingrecht |
Titel Defiscalisering | Categorie Belastingrecht |
Wetsvoorstellen
Titel | Dossiernr. | Status | Samenvatting |
---|---|---|---|
Overige fiscale maatregelen 2012 | Dossiernr. 33004 | Status In werking getreden | Samenvatting - |