Gecombineerde heffingskorting partners (art. 8.9 Wet IB 2001)
Gecombineerde heffingskorting in geval van fiscaal partnerschap Een van de meest in het oog springende voordelen van het fiscaal partnerschap is de mogelijkheid voor een niet of weinig verdienende partner om zijn recht op heffingskorting te verzilveren. De heffingskortingen zijn een korting op de te betalen belasting en wordt door de politiek ingezet als een sturingsinstrument voor algemene gelden. Iedere belastingplichtige heeft in beginsel recht op de algemene heffingskorting (art. 8.10…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleGerelateerd nieuws
Meer nieuwsWet- en regelgeving
Artikel 8.9 Verhoging maximum gecombineerde heffingskorting bij minstverdienende partner
Artikel 8.9 Verhoging maximum gecombineerde heffingskorting bij minstverdienende partner
1 Indien ten aanzien van de belastingplichtige die geboren is vóór 1 januari 1963 de gecombineerde heffingskorting door artikel 8.8 wordt beperkt tot het bedrag van de voor de belastingplichtige geldende algemene heffingskorting (toetsniveau) wordt, indien de belastingplichtige in het kalenderjaar gedurende meer dan zes maanden dezelfde partner heeft, de gecombineerde heffingskorting daarna verhoogd tot het toetsniveau. De verhoging bedraagt echter maximaal het bedrag van de door de partner verschuldigde gecombineerde inkomensheffing verminderd met zijn gecombineerde heffingskorting.
2 De verhoging van de gecombineerde heffingskorting wordt verlaagd met het bedrag van de belastingvermindering volgens regelingen ter voorkoming van dubbele belasting.
3 De belastingplichtige die uitsluitend door zijn overlijden in het kalenderjaar of het overlijden van zijn partner niet voldoet aan de voorwaarde van het eerste lid inzake het gedurende meer dan zes maanden hebben van dezelfde partner in het kalenderjaar wordt, voor de toepassing van dit artikel, geacht meer dan zes maanden dezelfde partner te hebben gehad.
Kennisdossiers
Titel | Categorie |
---|---|
Titel Fiscaal partnerschap | Categorie Belastingrecht |
Rechtspraak
Titel | Instantie | Datum | Nummer |
---|---|---|---|
Recht op algemene heffingskorting afhankelijk van inkomen partner pakt bij echtscheiding soms wrang uit | Instantie Gerechtshof Amsterdam | Datum 27-03-2014 | Nummer ECLI:NL:GHAMS:2014:2595 |
Beleidsbesluiten
Titel | Instantie | Datum | Nummer | Samenvatting |
---|---|---|---|---|
Instantie Ministerie van Financiën | Datum 23-12-2022 | Nummer 2022-278079 | Samenvatting Dit besluit is een actualisering van het Besluit van 27 oktober 2021, nr. 2021-210997. In dit besluit zijn goedkeuringen opg… | |
Instantie Belastingdienst | Datum 01-01-2021 | Nummer (geen nummer) | Samenvatting | |
Instantie Ministerie van Financiën | Datum 11-11-2011 | Nummer BLKB2011/1208M | Samenvatting |
Titel | Instantie | Datum | Nummer | Samenvatting |
---|---|---|---|---|
Instantie Ministerie van Financiën | Datum 12-11-2021 | Nummer 2021-210997 | Samenvatting In dit besluit zijn goedkeuringen opgenomen voor de toepassing van de heffingskortingen in de inkomstenbelasting, de loonbel… |
Praktisch
Titel | Bron | Type | Categorie |
---|---|---|---|
Handboek Scheiden | Bron Belastingdienst | Type Huwelijk, alimentatie en echtscheiding | Categorie Verwijzingen voor de notaris |
Handboek Scheiden | Bron Belastingdienst | Type Echtscheiding | Categorie Verwijzingen voor de particulier |