Genietingstijdstip vervreemdingsvoordelen (art. 4.46 Wet IB 2001)
1 Inleiding Vervreemdingsvoordelen worden geacht te zijn genoten op het tijdstip van de vervreemding, aldus art. 4.46 lid 1 Wet IB 2001. Hierbij wordt aangesloten op het moment dat de obligatoire overeenkomst tot vervreemding van de aandelen tot stand komt. Het moment van de levering van de aandelen of de betaling van de koopprijs is niet van belang. 2 Overeenkomst onder voorwaarde De overeenkomst tot vervreemding van de aandelen kan worden gesloten onder een voorwaarde. In geval van een…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleWet- en regelgeving
Artikel 4.46 Genietingstijdstip vervreemdingsvoordelen
Artikel 4.46 Genietingstijdstip vervreemdingsvoordelen
1 Vervreemdingsvoordelen worden geacht te zijn genoten op het tijdstip van de vervreemding.
2 In geval van een vervreemding als bedoeld in artikel 4.16, eerste lid, onderdeel h, wordt als tijdstip van genieten aangemerkt het tijdstip dat onmiddellijk voorafgaat aan het ophouden van de binnenlandse belastingplicht.
3 Het voordeel bedoeld in artikel 4.16, eerste lid, onderdeel i wordt genoten op het tijdstip waarop de koopoptie is verleend.
4 Het voordeel bedoeld in artikel 4.28, tweede lid, wordt in aanmerking genomen op het tijdstip waarop de daadwerkelijk genoten termijnen – opgevat overeenkomstig artikel 4.43 – de geschatte overdrachtsprijs overschrijden. Het negatieve voordeel bedoeld in artikel 4.28, derde lid, wordt in aanmerking genomen op het tijdstip waarop de laatste termijn is genoten.
5 Het voordeel bedoeld in artikel 4.29, eerste lid, wordt geacht te zijn genoten op het tijdstip van de verhoging van de overdrachtsprijs. Het negatieve vervreemdingsvoordeel bedoeld in artikel 4.29, tweede lid, wordt in aanmerking genomen op het tijdstip van de verlaging van de overdrachtsprijs.
6 Het in artikel 4.34 bedoelde negatieve vervreemdingsvoordeel in geval van ontbinding van de vennootschap wordt in aanmerking genomen op het tijdstip waarop de vereffening is voltooid.
7 De vervreemding als bedoeld in artikel 4.16, derde lid, wordt in aanmerking genomen op het tijdstip dat is vermeld in het verzoek, maar niet eerder dan op het tijdstip waarop het verzoek is ontvangen door de inspecteur.
8 Het voordeel, bedoeld in artikel 4.16, vijfde lid, wordt geacht te zijn genoten op het tijdstip waarop de onderneming van de vennootschap waarin de belastingplichtige een aanmerkelijk belang heeft, voor rekening en risico van de belastingplichtige wordt voortgezet.
Kennisdossiers
Titel | Categorie |
---|---|
Titel Belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang (box 2) | Categorie Belastingrecht |
Rechtspraak
Titel | Instantie | Datum | Nummer |
---|---|---|---|
Vernietiging verkoopovereenkomst AB-aandelen heeft fiscaal geen terugwerkende kracht | Instantie Hoge Raad | Datum 21-11-2014 | Nummer ECLI:NL:HR:2014:3323 |
Beleidsbesluiten
Titel | Instantie | Datum | Nummer | Samenvatting |
---|---|---|---|---|
Instantie Ministerie van Financiën | Datum 04-09-2012 | Nummer BLKB2012/101M | Samenvatting Dit beleidsbesluit is ingetrokken bij besluit van 9 maart 2018 (nr 2018-27139).Het beleidsbesluit inzake de aanmerkelijkbela… |