In aanmerking nemen andere gift (art. 6.39 Wet IB 2001)
1 InleidingAnders dan voor periodieke giften, geldt voor andere giften dat de aftrekbaarheid daarvan is gebonden aan een drempel en een maximum.2 VoorwaardenVoor de aftrek van andere giften is vereist dat zij met schriftelijke bescheiden kunnen worden gestaafd. Denk aan kwitanties of bankafschriften. Een contante gift aan een collectant op straat of aan huis zonder factuur, is derhalve niet aftrekbaar.De omvang van de aftrek van andere giften is beperkt (art. 6.39 lid 1 Wet IB 2001). Andere gif…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleWet- en regelgeving
Artikel 6.39 Het in aanmerking nemen van andere giften
Artikel 6.39 Het in aanmerking nemen van andere giften
1 Andere giften worden in aanmerking genomen voor zover zij met schriftelijke bescheiden kunnen worden gestaafd en voor zover zij samen zowel € 60 als 1% van het verzamelinkomen vóór toepassing van de persoonsgebonden aftrek te boven gaan, en vervolgens tot ten hoogste 10% van het verzamelinkomen vóór toepassing van de persoonsgebonden aftrek.
2 Andere giften in natura waarvan de waarde in het economische verkeer in totaal meer bedraagt dan € 10.000 per kalenderjaar, worden voor de toepassing van het eerste lid slechts in aanmerking genomen voor zover die waarde in het economische verkeer volgt uit een onafhankelijk taxatierapport dat of factuur die aan bij ministeriële regeling te stellen regels voldoet.
3 Voor de toepassing van het tweede lid wordt onder giften in natura mede begrepen een kwijtschelding van een vordering die betrekking heeft op een of meer vermogensbestanddelen in natura.
4 Indien de belastingplichtige gedurende het gehele kalenderjaar een partner heeft worden andere giften samengevoegd. Over deze periode geldt:
a. voor de toepassing van het eerste lid, in plaats van het verzamelinkomen vóór toepassing van de persoonsgebonden aftrek het gezamenlijke bedrag van de verzamelinkomens van de belastingplichtige en zijn partner vóór toepassing van de persoonsgebonden aftrek;
b. voor de toepassing van het tweede lid, in plaats van een bedrag van € 10.000, een bedrag van € 20.000.
5 Indien de belastingplichtige gedurende een deel van het kalenderjaar een partner heeft en zij een keuze als bedoeld in artikel 2.17, zevende lid, van deze wet hebben gemaakt, wordt de belastingplichtige voor de toepassing van het vierde lid geacht gedurende het gehele kalenderjaar een partner te hebben gehad.
Kennisdossiers
Titel | Categorie |
---|---|
Titel Schenking | Categorie Familierecht (overig) |
Titel Goede doelen | Categorie Diversen |
Rechtspraak
Titel | Instantie | Datum | Nummer |
---|---|---|---|
Kwijtgescholden huurpenningen waren aan te merken als periodieke gift | Instantie Rechtbank Noord-Holland | Datum 24-12-2021 | Nummer ECLI:NL:RBNHO:2021:12036 |