Vrijstelling kapitaalverzekering eigen woning (KEW) (art. 10bis.6 Wet IB 2001)
1 InleidingHet voordeel uit een kapitaalverzekering eigen woning (KEW) is de rente die is begrepen in een kapitaalsuitkering uit levensverzekering die dient ter aflossing van de eigenwoningschuld (art. 10bis.4 lid 1 Wet IB 2001). Deze rente wordt gesteld op het bedrag waarmee de uitkering overtreft wat ter zake van de verzekering aan premies is voldaan (art. 10bis.4 lid 6 Wet IB 2001). De uitkering wordt geacht te zijn genoten als deze is ontvangen, verrekend, ter beschikking gesteld, rentedrag…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleGerelateerd nieuws
Meer nieuwsWet- en regelgeving
Artikel 10bis.6 Vrijstelling kapitaalverzekering eigen woning
Artikel 10bis.6 Vrijstelling kapitaalverzekering eigen woning
1 Tot het voordeel uit kapitaalverzekering eigen woning behoort niet de rente begrepen in de uitkering uit een kapitaalverzekering eigen woning voor zover de uitkering niet meer bedraagt dan € 202.000 indien:
a. de uitkering heeft gediend als aflossing van de eigenwoningschuld;
b. ter zake van de verzekering jaarlijks premies zijn voldaan en
c. de hoogste premie niet meer heeft bedragen dan het tienvoud van de laagste.
2 De in het eerste lid, onderdeel a, genoemde voorwaarde geldt niet indien:
a. de verzekeringnemer of zijn partner geen eigen woning meer ter beschikking staat en ter zake daarvan de verzekering tot uitkering is gekomen of wordt geacht tot uitkering te zijn gekomen of
b. de verzekering wordt geacht tot uitkering te zijn gekomen door het ophouden binnenlands belastingplichtig te zijn als bedoeld in artikel 10bis.4, vierde lid.
3 Het bedrag, genoemd in het eerste lid, wordt verminderd met het bedrag aan uitkering uit een kapitaalverzekering dat eerder ten aanzien van de belastingplichtige voor de toepassing van het eerste lid in aanmerking is genomen, alsmede met het tegoed van een spaarrekening eigen woning dat eerder ten aanzien van de belastingplichtige voor de toepassing van de vrijstelling van artikel 10bis.7 in aanmerking is genomen en met de waarde van een beleggingsrecht eigen woning dat eerder ten aanzien van de belastingplichtige voor de toepassing van de vrijstelling van genoemd artikel in aanmerking is genomen.
4 Indien op het tijdstip van de uitkering het bedrag van de eigenwoningschuld lager is dan het op grond van het eerste en het derde lid bepaalde bedrag, wordt het in het eerste lid, in verbinding met het derde lid, bepaalde bedrag vervangen door het bedrag van de eigenwoningschuld. Indien de uitkering plaatsvindt binnen zes maanden na vervreemding van een eigen woning waarbij het bedrag van de eigenwoningschuld onmiddellijk na die vervreemding lager is dan het bedrag van de eigenwoningschuld van die woning onmiddellijk voorafgaande aan die vervreemding, wordt het in het eerste lid, in verbinding met het derde lid, bepaalde bedrag in afwijking van de eerste volzin vervangen door het bedrag van de eigenwoningschuld van die woning voorafgaande aan die vervreemding, voor zover dat niet hoger is dan het in het eerste lid, in verbinding met het derde lid, bepaalde bedrag.
5 Indien de belastingplichtige een levensverzekering heeft die ten aanzien van hem tot enig moment heeft voldaan aan de voorwaarden voor een kapitaalverzekering eigen woning en ter zake van die verzekering binnen drie jaren na dat moment wederom wordt voldaan aan de voorwaarden voor een kapitaalverzekering eigen woning, wordt het bedrag, genoemd in het eerste lid, verhoogd met een bedrag gelijk aan de in het derde lid bedoelde vermindering wegens de eerdere toepassing van het eerste lid op deze verzekering. De rente begrepen in de in de eerste volzin bedoelde verhoging, komt in mindering op het overschot, bedoeld in artikel 10bis.4, achtste lid.
6 Bij toepassing van het vijfde lid vindt de aldaar genoemde termijn van drie jaren geen toepassing indien het niet langer voldoen aan de voorwaarden het gevolg is van het anders dan door overlijden ophouden binnenlands belastingplichtig te zijn of van verhuur van de voormalige eigen woning. Indien de binnenlandse belastingplicht is beëindigd of de verhuur is aangevangen voor 1 januari 2013, geldt de in het vijfde lid genoemde termijn van drie jaren niet, mits de belastingplichtige voor 1 januari 2021 de voormalige eigen woning weer bewoont waardoor die woning weer een eigen woning is.
7 Indien bij de belastingplichtige ingevolge artikel 10bis.4, vierde lid, een uitkering uit een kapitaalverzekering eigen woning in aanmerking is genomen en de belastingplichtige weer binnenlands belastingplichtig is en:
a. zich niet een omstandigheid heeft voorgedaan waardoor de woning is opgehouden een eigen woning te zijn in de zin van artikel 3.111;
b. de belastingplichtige ter zake van die kapitaalverzekering eigen woning niet een voordeel heeft genoten als bedoeld in artikel 10bis.4, eerste lid; en
c. ter zake van die kapitaalverzekering zich niet een omstandigheid heeft voorgedaan als bedoeld in artikel 10bis.4, derde lid;
wordt het bedrag, genoemd in het eerste lid, verhoogd met een bedrag gelijk aan de in het derde lid bedoelde vermindering wegens de eerdere toepassing van het eerste lid op die kapitaalverzekering.
8 Indien één of meer kapitaalverzekeringen eigen woning tot uitkering komen door het overlijden van de partner wordt het op grond van de voorgaande leden vast te stellen bedrag ten behoeve van de langstlevende partner verhoogd met het bedrag dat de overleden partner ter zake van deze kapitaalverzekeringen op grond van de voorgaande leden nog in aanmerking had kunnen nemen onmiddellijk voorafgaande aan zijn overlijden. Deze verhoging kan niet groter zijn dan het totale bedrag dat uit levensverzekering wordt uitgekeerd ten gevolge van het overlijden van de partner.
9 Indien één of meer kapitaalverzekeringen eigen woning tot uitkering komen door het overlijden van een persoon die geen partner is van de begunstigde, geldt voor de begunstigde ten aanzien van deze verzekeringen in plaats van het op grond van de voorgaande leden vast te stellen bedrag het bedrag dat de overleden persoon ter zake van deze kapitaalverzekeringen op grond van de voorgaande leden nog in aanmerking had kunnen nemen onmiddellijk voorafgaande aan zijn overlijden. Indien verschillende begunstigden een uitkering als bedoeld in de eerste volzin ontvangen, geldt voor de begunstigde onverkort hetgeen daar is bepaald met dien verstande dat het daar bedoelde bedrag dat de overleden persoon nog in aanmerking had kunnen nemen naar rato van de uitkeringen aan onderscheiden begunstigden in aanmerking wordt genomen.
10 Voor zover een uitkering uit kapitaalverzekering eigen woning heeft gediend als aflossing van een schuld die heeft geleid tot een negatief vervreemdingssaldo eigen woning, wordt mede geacht te zijn voldaan aan de voorwaarde, genoemd in het eerste lid, onderdeel a.
Kennisdossiers
Titel | Categorie |
---|---|
Titel Echtscheiding | Categorie Familierecht (overig) |
Titel Levensverzekering | Categorie Familierecht (overig) |
Titel Eigen woning | Categorie Registergoederenrecht |
Titel Verzekeringen | Categorie Diversen |
Wetsvoorstellen
Titel | Dossiernr. | Status | Samenvatting |
---|---|---|---|
Overige fiscale maatregelen 2017 | Dossiernr. 34553 | Status In werking getreden | Samenvatting - |
Beleidsbesluiten
Titel | Instantie | Datum | Nummer | Samenvatting |
---|---|---|---|---|
Instantie Ministerie van Financiën | Datum 18-07-2024 | Nummer 2024-216483 | Samenvatting Dit besluit vervangt het besluit van 15 mei 2017 (nr. 2017-81019), laatstelijk gewijzigd bij besluit van 16 maart 2023 (nr.… | |
Instantie Ministerie van Financiën | Datum 07-12-2020 | Nummer 2019-74967 | Samenvatting Dit besluit wijzigt het besluit over de kapitaalverzekering eigen woning, spaarrekening eigen woning, het beleggingsrec… | |
Instantie Ministerie van Financiën | Datum 08-02-2017 | Nummer 2017-0000018646 | Samenvatting | |
Instantie Ministerie van Financiën | Datum 08-02-2017 | Nummer 2017-0000018674 | Samenvatting |
Titel | Instantie | Datum | Nummer | Samenvatting |
---|---|---|---|---|
Instantie Ministerie van Financiën | Datum 16-03-2023 | Nummer 2023-27660 | Samenvatting Dit besluit wijzigt het besluit over de kapitaalverzekering eigen woning, spaarrekening eigen woning, het beleggingsrecht ei… | |
Instantie Ministerie van Financiën | Datum 15-05-2017 | Nummer 2017-81019 | Samenvatting Het besluit van 6 december 2014 (nr. BLKB2014/1763M) wordt opnieuw uitgebracht. Dit besluit is aangepast aan de gewijzigde… | |
Instantie Ministerie van Financiën | Datum 15-05-2017 | Nummer 2017-81019 | Samenvatting Sinds 1 april 2017 wordt aan een KEW de eis gesteld dat gedurende de hele looptijd jaarlijks premies moeten zijn voldaan. Go… | |
Instantie Ministerie van Financiën | Datum 29-09-2015 | Nummer BLKB2015/464M | Samenvatting In de praktijk blijkt dat soms fouten worden gemaakt met betrekking tot de premiebetalingen in verband met een kapitaal… | |
Instantie Ministerie van Financiën | Datum 17-12-2014 | Nummer BLKB2014/2168M | Samenvatting Dit besluit wijzigt het besluit over KEW, SEW en BEW en vóór 2001 bestaande kapitaalverzekeringen in box 3 van… | |
Instantie Ministerie van Financiën | Datum 06-12-2014 | Nummer BLKB2014/1763M | Samenvatting In dit besluit zijn de beleidsstandpunten opgenomen op het terrein van de kapitaalverzekering en de kapitaalverzekering eige… |
Praktisch
Titel | Bron | Type | Categorie |
---|---|---|---|
Handboek Scheiden | Bron Belastingdienst | Type Huwelijk, alimentatie en echtscheiding | Categorie Verwijzingen voor de notaris |
Handboek Scheiden | Bron Belastingdienst | Type Echtscheiding | Categorie Verwijzingen voor de particulier |