Kwalificerende buitenlandse belastingplicht (art. 7.8 Wet IB 2001)
1 InleidingEen natuurlijk persoon die niet in Nederland woont maar wel ‘Nederlands inkomen’ geniet, is ingevolge art. 2.1 lid 1 onderdeel b Wet IB 2001 in Nederland voor de inkomstenbelasting ‘buitenlandse belastingplichtige’ ten aanzien van het Nederlandse inkomen. Voor het begrip ‘Nederlands inkomen’ verwijst art. 2.1 lid 2 Wet IB 2001 naar hoofdstuk 7 van de Wet IB 2001. Een buitenlandse belastingplichtige die inwoner is van een lidstaat van de Europese Un…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleWet- en regelgeving
Artikel 7.8 Kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen
Artikel 7.8 Kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen
1 Voor een kwalificerende buitenlandse belastingplichtige is het inkomen uit werk en woning in Nederland het gezamenlijke bedrag van het inkomen uit werk en woning in Nederland, bedoeld in artikel 7.2, en de niet reeds in het inkomen uit werk en woning in Nederland begrepen belastbare inkomsten uit eigen woning, berekend overeenkomstig de regels van hoofdstuk 3, indien deze negatief zijn, verminderd met:
1°. de uitgaven voor inkomensvoorzieningen, berekend overeenkomstig de regels van hoofdstuk 3, en
2°. de niet reeds in het belastbare inkomen uit werk en woning in Nederland begrepen persoonsgebonden aftrek, berekend overeenkomstig de regels van hoofdstuk 6.
2 Voor een kwalificerende buitenlandse belastingplichtige wordt het belastbare inkomen uit aanmerkelijk belang in een in Nederland gevestigde vennootschap bepaald overeenkomstig afdeling 7.3, waarbij de persoonsgebonden aftrekposten, bedoeld in artikel 6.1, tweede lid, overeenkomstig de regels van hoofdstuk 6 in aanmerking worden genomen.
3 Voor een kwalificerende buitenlandse belastingplichtige wordt het belastbare inkomen uit sparen en beleggen in Nederland bepaald overeenkomstig afdeling 7.4, waarbij:
a. de persoonsgebonden aftrekposten, bedoeld in artikel 6.1, tweede lid, overeenkomstig de regels van hoofdstuk 6 in aanmerking worden genomen, en
b. artikel 5.3, derde lid, eerste volzin, onderdeel f, en tweede volzin, van overeenkomstige toepassing is.
4 De belastbare inkomsten uit eigen woning, de uitgaven voor inkomensvoorzieningen en de persoonsgebonden aftrek blijven buiten aanmerking voor zover deze bij de kwalificerende buitenlandse belastingplichtige, zijn partner of degene die als zijn partner zou worden aangemerkt indien beide personen binnenlands belastingplichtig zouden zijn, bij de belastingheffing in de woonstaat of op de BES eilanden in aanmerking kunnen worden genomen.
5 Indien bij een kwalificerende buitenlandse belastingplichtige de omvang van een inkomensbestanddeel of van een heffingskorting afhankelijk is van zijn inkomen of dat van zijn partner, wordt voor de bepaling hiervan uitgegaan van het volgens de regels voor binnenlandse belastingplichtigen berekende inkomen.
6 Een kwalificerende buitenlandse belastingplichtige is een persoon die als inwoner van een andere lidstaat van de Europese Unie, een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, Zwitserland of de BES eilanden in de belastingheffing van die andere lidstaat of staat of op de BES eilanden wordt betrokken en:
a. van wie het inkomen geheel of nagenoeg geheel in Nederland is onderworpen aan de loonbelasting of inkomstenbelasting, of
b. van wie het inkomen tezamen met dat van een belastingplichtige die als zijn partner zou worden aangemerkt indien beide personen binnenlandse belastingplichtigen zouden zijn, geheel of nagenoeg geheel in Nederland is onderworpen aan de loonbelasting en inkomstenbelasting,
onder de voorwaarde dat de belastingplichtige een inkomensverklaring van de belastingautoriteit van zijn woonland verstrekt. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen eisen worden gesteld aan de inhoud en de vormgeving van de inkomensverklaring en kunnen regels worden gesteld op grond waarvan om doelmatigheidsredenen de verklaring achterwege kan blijven.
7 Voor de toepassing van het zesde lid wordt onder het inkomen van de buitenlandse belastingplichtige verstaan het volgens de regels voor binnenlands belastingplichtigen berekende verzamelinkomen, bedoeld in artikel 2.18, van die belastingplichtige, verminderd met de daarin begrepen negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen, negatieve persoonsgebonden aftrek en belastbare inkomsten uit eigen woning en vermeerderd met de daarin begrepen uitgaven voor inkomensvoorzieningen, persoonsgebonden aftrek en aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld. Het inkomen dat in Nederland is onderworpen aan de loonbelasting of inkomstenbelasting, bedoeld in het zesde lid, is het zonder de toepassing van dit artikel bepaalde gezamenlijke bedrag van het inkomen uit werk en woning in Nederland, het inkomen uit aanmerkelijk belang in een in Nederland gevestigde vennootschap en het belastbare inkomen uit sparen en beleggen in Nederland, voor zover dat inkomen op grond van regelingen ter voorkoming van dubbele belasting aan Nederland ter heffing is toegewezen, verminderd met de daarin begrepen negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen, negatieve persoonsgebonden aftrek en belastbare inkomsten uit eigen woning en vermeerderd met de daarin begrepen aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld.
8 Bij algemene maatregel van bestuur worden mede als kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen aangemerkt buitenlandse belastingplichtigen die niet ingevolge het zesde lid als kwalificerende buitenlandse belastingplichtige worden aangemerkt, maar bij wie Nederland volgens het Unierecht gehouden is de persoonlijke situatie en de gezinssituatie in aanmerking te nemen en worden regels gesteld voor toepassing van dit artikel bij die belastingplichtigen. De vorige volzin is van overeenkomstige toepassing op vergelijkbare buitenlandse belastingplichtigen die inwoner zijn van een staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, Zwitserland of de BES eilanden. De aanwijzing als kwalificerende buitenlandse belastingplichtige, bedoeld in de eerste en tweede volzin, kan ook betrekking hebben op een deel van het jaar.
Rechtspraak
Titel | Instantie | Datum | Nummer |
---|---|---|---|
Geen recht op hypotheekrenteaftrek: niet voldaan aan 90%-eis | Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant | Datum 27-07-2023 | Nummer ECLI:NL:RBZWB:2023:5332 |
Buitenlandse belastingplichtige met pensioeninkomen geen kwalificerende buitenlandse belastingplichtige | Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant | Datum 01-09-2020 | Nummer ECLI:NL:RBZWB:2020:4107 |
Commissie vs. Estland | Instantie Hof van Justitie EU | Datum 10-05-2012 | Nummer ECLI:EU:C:2012:282 |
Schumacker | Instantie Hof van Justitie EU | Datum 14-02-1995 | Nummer ECLI:EU:C:1995:31 |