Kennisbank voor het notariaat
Wetstoelichting

Afkoop, vervreemding e.d pensioenregeling (art. 19b Wet LB)

Bijgewerkt tot 14-06-2024 Auteur De redactie

1 InleidingIn iedere pensioenregeling moet zijn opgenomen dat de aanspraken niet kunnen worden afgekocht, vervreemd of prijsgegeven, dan wel formeel of feitelijk voorwerp van zekerheid kunnen worden anders dan in de gevallen voorzien bij of krachtens de Pensioenwet of de Wet verplichte beroepspensioenregeling (art. 18 lid 1 onder b Wet LB). Als dit toch het geval is of de aanspraak niet langer als een pensioenregeling is aan te merken, wordt dit gezien als een onregelmatige afwik…

Verder lezen?

Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.


Inloggen via Legal Intelligence

Geen inloggegevens?

Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.

Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!

Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.


Gebruikers van Via Juridica

Bekijk alle

Wet- en regelgeving


Artikel 19b

  • 1

    Ingeval op enig tijdstip:

    • a.

      een aanspraak ingevolge een pensioenregeling niet langer als zodanig is aan te merken;

    • b.

      een aanspraak ingevolge een pensioenregeling wordt afgekocht of vervreemd dan wel formeel of feitelijk voorwerp van zekerheid, anders dan ten behoeve van uitstel van betaling op grond van artikel 25, vijfde lid, van de Invorderingswet 1990, wordt;

    • c.

      de zekerheidstelling wordt beëindigd door de werknemer of de gewezen werknemer die zich op grond van artikel 19a, eerste lid, onderdeel d, heeft verplicht deze zekerheid te stellen;

    wordt op het onmiddellijk daaraan voorafgaande tijdstip de aanspraak aangemerkt als loon uit een vroegere dienstbetrekking van de werknemer of gewezen werknemer dan wel, indien deze is overleden, van de gerechtigde tot de aanspraak.

  • 2

    Ingeval een verplichting ingevolge een pensioenregeling geheel of gedeeltelijk overgaat op een andere verzekeraar wordt de aanspraak ingevolge die regeling geacht te worden afgekocht. De eerste volzin is niet van toepassing ingeval de verplichting ingevolge een pensioenregeling geheel of gedeeltelijk overgaat naar een verzekeraar als bedoeld in artikel 19a, eerste lid, onderdelen a, b of d, mits deze overgang niet in strijd komt met de bepalingen bij of krachtens de artikelen 70 tot en met 91 van de Pensioenwet.

  • 3

    Het eerste lid is niet van toepassing ingeval de werknemer of gewezen werknemer in het kader van scheiding van tafel en bed, echtscheiding of beëindiging van de gezamenlijke huishouding een aanspraak ingevolge een pensioenregeling geheel of gedeeltelijk vervreemdt aan zijn echtgenoot of gewezen echtgenoot onderscheidenlijk zijn partner of gewezen partner dan wel omzet in een zodanige aanspraak met als gerechtigde die echtgenoot of gewezen echtgenoot onderscheidenlijk zijn partner of gewezen partner, waarbij die verkregen of omgezette aanspraak voor de toepassing van deze wet wordt geacht de voortzetting te zijn van de aanspraak op een pensioenregeling van de werknemer of gewezen werknemer.

  • 4

    Het eerste lid is niet van toepassing voor zover een in onderdeel b van dat lid bedoelde uitkering of afkoopsom wordt uitgekeerd met toepassing van artikel 66, 67 of 68 van de Pensioenwet.

  • 5

    Het eerste lid is niet van toepassing bij een vervreemding als bedoeld in artikel 57, vijfde lid, van de Pensioenwet alsmede bij een vermindering als bedoeld in artikel 134, eerste lid, van die wet.

  • 6

    Ingeval het ouderdomspensioen of het partnerpensioen bij overlijden op of na pensioendatum van de werknemer of de gewezen werknemer later ingaat dan op de uiterste ingangsdatum, bedoeld in artikel 18a, vierde lid, onderdeel b, dan wel vijfde lid, omdat de omvang van de uitkeringen nog moet worden vastgesteld, wordt in afwijking in zoverre van het eerste lid de aanspraak op het ouderdomspensioen of het partnerpensioen bij overlijden op of na pensioendatum geacht te zijn afgekocht op de datum, bedoeld in de tweede zin, onderscheidenlijk derde zin, indien op die datum nog geen vaststelling van de omvang van de uitkeringen heeft plaatsgevonden. De datum waarop de aanspraak op het ouderdomspensioen ingevolge een pensioenregeling ingevolge de eerste zin niet langer als zodanig wordt aangemerkt is 31 december van het kalenderjaar volgend op het kalenderjaar waarin de uiterste ingangsdatum, bedoeld in artikel 18a, vierde lid, onderdeel b, is gelegen. De datum waarop de aanspraak op het partnerpensioen bij overlijden op of na pensioendatum ingevolge een pensioenregeling ingevolge de eerste zin niet langer als zodanig wordt aangemerkt is 31 december van het tweede kalenderjaar volgend op het kalenderjaar waarin de uiterste ingangsdatum, bedoeld in artikel 18a, vijfde lid, is gelegen. De data, bedoeld in de tweede en derde zin, kunnen door de inspecteur worden uitgesteld wanneer door bijzondere omstandigheden de omvang van de uitkeringen niet voor die data is vastgesteld.

  • 7

    Onze Minister kan, zo nodig onder door hem te stellen voorwaarden, bepalen dat het tweede lid, eerste volzin, niet van toepassing is indien de verplichting ingevolge een pensioenregeling overgaat op een niet in Nederland gevestigd pensioenfonds of lichaam dat het verzekeringsbedrijf uitoefent , anders dan bedoeld in artikel 19a, eerste lid, onderdeel d, zulks ter verwerving van aanspraken ingevolge een pensioenregeling in het kader van de aanvaarding van een dienstbetrekking buiten Nederland. De eerste volzin is van overeenkomstige toepassing met betrekking tot de overgang van de verplichting ingevolge een pensioenregeling naar een pensioenfonds van een internationale organisatie in het kader van de aanvaarding van een dienstbetrekking bij die organisatie in Nederland.

  • 8

    Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel a, wordt een aanspraak op een pensioenregeling mede niet langer als zodanig aangemerkt ingeval op enig tijdstip niet langer wordt voldaan aan de voorwaarden gesteld ingevolge het zevende lid of artikel 19d.


Kennisdossiers

Titel Categorie
Titel Echtscheiding Categorie Familierecht (overig)
Titel Pensioen Categorie Familierecht (overig)
Titel DGA Categorie Ondernemingsrecht

Rechtspraak

Titel Instantie Datum Nummer
Afstempeling aandelen van pensioen-BV leidt tot belast prijsgeven van pensioenaanspraken Instantie Hoge Raad Datum 16-12-2022 Nummer ECLI:NL:HR:2022:1885
Door stamrecht-BV uitgeleende gelden als afkoop aangemerkt vanwege onvoldoende zekerheden Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 13-02-2018 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2018:1014
Niet uitkeren van pensioen in eigen beheer op ingangsdatum wordt aangemerkt als afkoop Instantie Hoge Raad Datum 01-05-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:1175
Rechtbank: Uitsluitend bovenmatig deel pensioenaanspraak belast bij niet voldoen aan Witteveenkader Instantie Rechtbank Gelderland Datum 05-11-2013 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2013:4262
Continuïteit BV in gevaar indien pensioen zou worden afgestort Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 04-06-2013 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2013:CA2416
Voor waardebepaling van pensioen afspraak is afwijken van voorgeschreven wettelijke rente niet toegestaan Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 08-05-2013 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2013:CA1430
Hof Den Haag 26-03-2013, nr. BK-11-00177 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 26-03-2013 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2013:1842
Zolang vereffening nog niet is voltooid, is geen sprake van afkoop stamrecht of AB-voordeel Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 26-03-2013 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2013:CA4030
Opnemen banksaldo van pensioen-bv wordt aan gemerkt als afkoop pensioen Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum 09-11-2012 Nummer ECLI:NL:PHR:2012:BW4753
Ontbinding BV leidt tot belaste uitkering stamrecht Instantie Gerechtshof Arnhem Datum 26-07-2011 Nummer ECLI:NL:GHARN:2011:BR4571
Hof Den Haag 26-01-2010, nr BK-09/00274 Instantie Gerechtshof 's-Gravenhage Datum 26-01-2010 Nummer ECLI:NL:GHSGR:2010:BL3706

Wetsvoorstellen

Titel Dossiernr. Status Samenvatting
Belastingplan 2016 Dossiernr. 34302 Status In werking getreden Samenvatting -
Belastingplan 2014 Dossiernr. 33752 Status In werking getreden Samenvatting -
Belastingplan 2013 Dossiernr. 33402 Status In werking getreden Samenvatting -
Flexibilisering BV recht Dossiernr. 31058 Status In werking getreden Samenvatting -

Beleidsbesluiten

Titel Instantie Datum Nummer Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 01-07-2016 Nummer 2016-0000092244 Samenvatting De Staatsecretaris van Financiën uit al lange tijd de wens om het pensioen in eigen beheer af te schaffen. In de brief…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 15-03-2016 Nummer DB/2016-100 U Samenvatting De Staatssecretaris van Financiën heeft de wens om een einde te maken aan pensioen in eigen beheer. Hiermee kan in zijn…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 04-12-2013 Nummer DGB 2013-6494 Samenvatting Rechtbank Gelderland (5 november 2013, nr 11/3084, ECLI:NL:RBGEL:2013:4262) heeft in een geval waarin een pensioenaanspraak…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 18-03-2013 Nummer BLKB 2013/27M Samenvatting Met het Belastingplan 2013 is een delegatiebepaling aan art. 19b Wet LB toegevoegd op grond waarvan een goedkeuring kan word…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 10-09-2012 Nummer DB/2012/80M Samenvatting Door de huidige economische ontwikkelingen kunnen BV’s met pensioen in eigen beheer niet altijd meer aan hun verplicht…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 31-03-2006 Nummer CPP2006/507M Samenvatting

Literatuur

Titel Auteur(s) Bron
Titel Loonheffing in de herkansing Auteur(s) R. Stam Bron Vp-Bulletin 2023/7

Praktisch

Titel Bron Type Categorie
Centraal Aanspreekpunt Pensioenen Bron Belastingdienst Type Pensioen, levensverzekering en zorg Categorie Verwijzingen voor de notaris
Inhoudsopgave
Overzicht
Wetstructuur
Fiscaal

Tarief erf- en schenkbelasting (art. 24 SW) Erfbelasting bij partners (art. 25 SW) Schenkbelasting bij partners (art. 26 SW) Schenkbelasting afgezonderd particulier vermogen (art. 26a SW) Samenvoeging schenkingen binnen een jaar (art. 27 SW) Schenkingen aan kinderen binnen een jaar (art. 28 SW) Onzekerheid over verwantschap (art. 29 SW) Verwerping en afstand (art. 30 SW) Afstand door bezwaarde (art. 31 SW) Vrijstellingen erfbelasting (art. 32 SW) ANBI en erfbelasting (art. 32 lid 1 onder 3 SW) Omvang vrijstellingen erfbelasting (art. 32 lid 1 onder 4 SW) Verkrijging pensioenregeling en lijfrenten (art. 32 lid 1 onder 5 SW) SBBI en erfbelasting (art. 32 lid 1 onder 8 SW) Steunstichting SBBI en erfbelasting (art. 32 lid 1 onder 9 SW) Vrijstelling erfbelasting voor werknemer erflater (gevolgen testamentair loon, salaire differé en executeursloon) (art. 32 lid 1 onder 10 SW) Vrijstelling erfbelasting voor nog niet vorderbare termijnen van renten, uitkeringen, bezoldigingen en andere inkomsten (art. 32 lid 1 onder 11 SW) Pensioenimputatie (art. 32 lid 2 SW) Definitie lijfrenten (art. 32 lid 4 SW) Vrijstellingen schenkbelasting (art. 33 SW) ANBI en schenkbelasting (art. 33 onder 4 SW) Schenkvrijstelling ouder-kind (art. 33 onder 5 SW) Schenkvrijstelling overige verkrijgers (art. 33 onder 7 SW) Schenkvrijstelling voor onvermogenden (art. 33 onder 8 SW) Vrijstelling bij samenloop schenkbelasting met inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting (art. 33 onder 9 SW) Schenking aan een rechtspersoon ter bevordering van werknemersbelangen (art. 33 onder 11 SW) Voldoen aan natuurlijke verbintenis (art. 33 onder 12 SW) SBBI en schenkbelasting (art. 33 onder 13 SW) Steunstichting SBBI en schenkbelasting (art. 33 onder 14 SW) Definitie schenking ten behoeve van eigen woning (art. 33a SW) Samenloop verhoogde schenkvrijstellingen eigen woning (art. 82a SW)

Tarief overdrachtsbelasting (art. 14 WBR) Vrijstelling algemeen (art. 15 WBR) Vrijstelling btw-belaste levering (art. 15.1.a WBR) Vrijstelling bedrijfsoverdracht binnen familiesfeer (art. 15.1.b WBR) Vrijstelling publiekrechtelijke lichamen (art. 15.1.c WBR) Vrijstelling inbreng onderneming in personenvennootschap en omzetting in NV of BV (art. 15.1.e WBR) Vrijstelling verdeling of vereffening (art. 15.1.f WBR) Vrijstelling verdeling gemeenschap samenwoners (art. 15.1.g WBR) Vrijstelling bij fusie, splitsing en interne reorganisatie (art. 15.1.h WBR) Vrijstelling aangebrachte zaken (art. 15.1.i WBR) Vrijstelling voor verkrijging bestemd voor onderwijs (art. 15.1.k WBR) Vrijstelling ruilverkaveling (art. 15.1.l WBR) Vrijstelling bureau beheer landbouwgronden (art. 15.1.m WBR) Woningbouwlichamen (art. 15.1.n WBR) Vrijstelling stedelijke herstructurering (art. 15.1.o WBR) Verkrijging van lichaam ter bevordering van stedelijke herstructurering (art. 15.1.oa WBR) Startersvrijstelling (art. 15.1.p WBR) Monumentenvrijstelling (vervallen) (art. 15.1.p WBR) Cultuurgrondvrijstelling (art. 15.1.q WBR) Vrijstelling bij herstel in oude toestand (art. 15.1.r WBR) Vrijstelling natuurgrond (art. 15.1.s WBR) Vrijstelling verkoopregulerend beding (Art. 15.1.t WBR) Vrijstelling Staatsbosbeheer (art. 15.1.u WBR) Vrijstelling uitoefenen wilsrecht (art. 15.1.x WBR) Vrijstelling bij verkrijging (kabel)netten (art. 15.1.y WBR) Tijdelijke vrijstelling inbreng van tbs-pand in NV/BV (vervallen) (art. 15.1.z WBR) Anti-ontgaansbepaling (art. 15 lid 4 WBR) Beperking samenloopvrijstelling bij verkrijging aandelen (art. 15 lid 11 WBR) Schriftelijke verklaring en onvoorziene omstandigheden (art. 15a WBR) Tijdelijke vrijstellingen overdrachtsbelasting 2024