Bijzondere bepalingen (art. 71 - 78 SW)
1 Voorrecht van boedelbeschrijving (art. 71 SW) Aanvaarding van een nalatenschap onder het voorrecht van boedelbeschrijving ontheft een erfgenaam niet van de verplichtingen die voortvloeien uit de Successiewet en het daarop gebaseerde uitvoeringsbesluit en -regeling. Voorts worden deze verplichtingen niet geschorst gedurende de termijn die ingevolge art. 4:192 lid 2 BW de kantonrechter op verzoek van een belanghebbende aan de erfgenaam kan stellen om tussen zuivere en benefi…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleWet- en regelgeving
Artikel 71
Artikel 71
1 Het aanvaarden van een nalatenschap onder het voorrecht van boedelbeschrijving ontheft niet van de verplichtingen, voortvloeiende uit de bij of krachtens deze wet gemaakte bepalingen. De verplichtingen worden niet geschorst gedurende de in artikel 192, tweede lid, van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde termijn.
2 De vervulling van die verplichtingen wordt niet beschouwd als een daad van aanvaarding.
Artikel 72
Artikel 72
1 Executeurs van nalatenschappen zijn, op gelijke wijze als de erfgenamen, tot vervulling van al de bij deze wet opgelegde verplichtingen gehouden.
2 Door de rechter benoemde vereffenaars van nalatenschappen zijn gehouden tot al de bij deze wet aan erfgenamen opgelegde verplichtingen.
3 Desgevraagd verstrekt de Belastingdienst de erfgenaam inzage in de voor de belastingheffing te zijnen aanzien van belang zijnde stukken.
Artikel 73
Artikel 73
Zij, die goederen niet zijnde registergoederen of daarop betrekking hebbende bewijsstukken onder zich hebben met de opdracht om die bij het overlijden van iemand, die in Nederland woonde, niet in de nalatenschap te brengen, of daarmede zo te handelen, dat zij niet in de nalatenschap komen, zijn verplicht daarvan overeenkomstig door Onze Minister te stellen regelen aangifte te doen. Deze aangifte moet worden ingeleverd binnen een maand na schriftelijke aanmaning en in ieder geval voordat de goederen of bewijsstukken uit handen worden gegeven of op andere wijze aan de opdracht gevolg wordt gegeven.
Artikel 74
Artikel 74
1 In alle gevallen, waarin de mogelijkheid bestaat, dat zich in een gesloten kist of onder een verzegelde omslag goederen niet zijnde registergoederen of daarop betrekking hebbende bewijsstukken bevinden, waarvan op grond van de artikelen 8 of 73 aangifte moet geschieden, zal op verzoek van de executeur of door de rechter benoemde vereffenaar van de nalatenschap, van de erfgenamen of van de houder, de opening, vóór de afgifte, geschieden door een notaris, die wordt aangewezen door de kantonrechter van de rechtbank van het arrondissement waarin de kist of de omslag zich bevindt.
2 De notaris zal van de opening een proces-verbaal opmaken, waarin de uitwendige toestand en de inhoud van het ter opening aangebodene worden beschreven. De notaris zendt een dubbel van het proces-verbaal aan de inspecteur.
Artikel 75
Artikel 75
1 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden administratieplichtigen aangewezen die gehouden zijn aan de verplichtingen ingevolge artikel 53, tweede en derde lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen te voldoen. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden de te verstrekken gegevens en inlichtingen aangewezen. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot het uiterste tijdstip en de wijze waarop de in de tweede volzin bedoelde gegevens en inlichtingen aan de inspecteur dienen te worden verstrekt. De eerste, tweede en derde volzin zijn van overeenkomstige toepassing op degene die een uitkering moet doen krachtens een ten behoeve van een derde gemaakt beding.
2 Bij algemene maatregel van bestuur kan het niet nakomen van de verplichtingen, bedoeld in het eerste lid, worden aangemerkt als een overtreding. Indien het niet nakomen van die verplichtingen te wijten is aan opzet of grove schuld van de administratieplichtige of degene die een uitkering moet doen, vormt dit een vergrijp ter zake waarvan de inspecteur hem een bestuurlijke boete van ten hoogste het bedrag van de geldboete van de vierde categorie, bedoeld in artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, kan opleggen.
Artikel 76
Artikel 76
Hij die een aangifte heeft ingediend of moet indienen uitsluitend of mede ten behoeve van de heffing van belasting, welke ingevolge de bepalingen van deze wet door anderen verschuldigd is, is gehouden tot het verstrekken van gegevens, inlichtingen en inzage op dezelfde wijze en onder dezelfde bepalingen alsof die belasting te zijnen aanzien was of zou moeten worden geheven.
Artikel 78
Artikel 78
1 Ieder, die goederen verkrijgt onder bezwaar van een uit dezelfde nalatenschap verkregen vruchtgebruik, en ieder, aan wie goederen worden geschonken onder bezwaar van een door de schenker ten behoeve van zich of een derde voorbehouden vruchtgebruik, is, voor zover daaromtrent door de erflater of schenker niet anders is bepaald, bevoegd te vorderen, dat de belastingen, deswege door hem verschuldigd, worden betaald uit de met vruchtgebruik bezwaarde goederen, tenzij de vruchtgebruiker verkiest het bedrag voor te schieten. Wegens deze betaling of dat voorschot is aan de vruchtgebruiker geen rente verschuldigd. De eerste en tweede volzin zijn niet van toepassing met betrekking tot geldvorderingen als bedoeld in artikel 13, derde lid, en artikel 80, eerste lid, van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek indien de nalatenschap is verdeeld overeenkomstig artikel 13 van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek.
2 De belasting op periodieke uitkeringen, bij de instelling verschuldigd, wordt voorgeschoten door hem, die met de uitkering is belast, en bij iedere termijn van betaling, naar evenredigheid van het aantal malen, waarvoor de te betalen termijn in de voor de heffing van de belasting in aanmerking genomen waarde van de uitkering is begrepen, gekort, met bijberekening van de wettelijke rente over het te korten gedeelte van de voorgeschoten belasting van de dag waarop de belasting is voorgeschoten, tot de dag van de korting, alles tenzij andere regelingen zijn gemaakt.
Kennisdossiers
Titel | Categorie |
---|---|
Titel Executeur | Categorie Erfrecht |
Rechtspraak
Titel | Instantie | Datum | Nummer |
---|---|---|---|
WOZ-waarde kan niet worden verlaagd in procedure over de heffing van erfbelasting | Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden | Datum 14-12-2021 | Nummer ECLI:NL:GHARL:2021:11524 |
Vereffenaar kan niet voor erfgenamen gezamenlijk procederen over aanslagen successierecht | Instantie Hoge Raad | Datum 27-03-2015 | Nummer ECLI:NL:HR:2015:741 |
Wetsvoorstellen
Titel | Dossiernr. | Status | Samenvatting |
---|---|---|---|
Overige fiscale maatregelen 2012 | Dossiernr. 33004 | Status In werking getreden | Samenvatting - |
Belastingplan 2012 | Dossiernr. 33003 | Status In werking getreden | Samenvatting - |
Overige fiscale maatregelen 2011 | Dossiernr. 32505 | Status In werking getreden | Samenvatting - |
Literatuur
Titel | Auteur(s) | Bron |
---|---|---|
Titel Erfbelasting: Navorderen over buitenlands vermogen | Auteur(s) P.G.M. Janssen | Bron NTFR A 2015-5 |