Wijze van heffing (art. 1.8 en 1.9 Vhh)
1 Aangifte en verschuldigdheid verhuurderheffing De verhuurderheffing wordt verschuldigd op 1 januari van ieder kalenderjaar (art. 1.8 Wet maatregelen woningmarkt 2014 II). De WOZ-waarden van huurwoningen zal op 1 januari van het kalenderjaar nog niet bekend zijn, mede daarom stelt de inspecteur de termijn voor het doen van aangifte zodanig vast dat deze niet eerder verstrijkt dan negen maanden nadat de belastingschuld is ontstaan, dus op 1 oktober van het kalenderjaar (art. 1.9 lid 5…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleWet- en regelgeving
Artikel 1.8
Artikel 1.8
De verhuurderheffing wordt verschuldigd op 1 januari van het kalenderjaar.
Artikel 1.9
Artikel 1.9
1 De door een rechtspersoon of natuurlijke persoon verschuldigde verhuurderheffing wordt op aangifte voldaan.
2 De door een groep verschuldigde verhuurderheffing wordt namens de groep op aangifte voldaan door een van de rechtspersonen die onderdeel is van die groep. Daarbij vermeldt die rechtspersoon welke andere rechtspersonen onderdeel uitmaken van die groep, waarbij die andere rechtspersonen in afwijking van het eerste lid ontheven zijn van hun plicht tot het voldoen op aangifte.
3 De inspecteur kan een naheffingsaanslag ter zake van de door een groep verschuldigde verhuurderheffing opleggen aan een van de rechtspersonen die onderdeel uitmaken van die groep.
4 De ontvanger kan een naheffingsaanslag ter zake van de door een groep verschuldigde verhuurderheffing invorderen ten name van elk van de rechtspersonen die onderdeel uitmaken van die groep.
5 In afwijking van artikel 10, tweede lid, tweede volzin, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen stelt de inspecteur de termijn voor het doen van aangifte zodanig vast dat deze niet eerder verstrijkt dan negen maanden na het tijdstip waarop de belastingschuld is ontstaan.
6 In afwijking van artikel 19, derde lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen is de belastingplichtige gehouden de verhuurderheffing aan de ontvanger overeenkomstig de aangifte te betalen binnen negen maanden na het tijdstip waarop de belastingschuld is ontstaan.
Kennisdossiers
Titel | Categorie |
---|---|
Titel Verhuurderheffing | Categorie Registergoederenrecht |