Verkrijging participatie in beleggingsfonds zonder rechtspersoonlijkheid (art. 2 lid 3 - lid 7 WBR)
1 InleidingAls tot het vermogen van een personenvennootschap zonder rechtspersoonlijkheid de juridische of economische eigendom van een onroerende zaak behoort, leidt de verkrijging van een aandeel in de vennootschap in beginsel tot heffing van overdrachtsbelasting op grond van art. 2 WBR.Ten aanzien van de verkrijging van participaties in een vennootschap met een in aandelen verdeeld kapitaal zonder rechtspersoonlijkheid (zoals een maatschap op aandelen, met een in aandelen verdeeld kapitaal)…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleWet- en regelgeving
Artikel 2
Artikel 2
1 Onder de naam 'overdrachtsbelasting' wordt een belasting geheven ter zake van de verkrijging van in Nederland gelegen onroerende zaken of van rechten waaraan deze zijn onderworpen.
2 Voor de toepassing van deze wet wordt onder verkrijging mede begrepen de verkrijging van de economische eigendom. Onder economische eigendom wordt verstaan een samenstel van rechten en verplichtingen met betrekking tot de in het eerste lid bedoelde onroerende zaken of rechten waaraan deze zijn onderworpen, dat een belang bij die zaken of rechten vertegenwoordigt. Het belang omvat ten minste enig risico van waardeverandering en komt toe aan een ander dan de eigenaar of beperkt gerechtigde. Onder de verkrijging van de economische eigendom van onroerende zaken of van rechten waaraan deze zijn onderworpen wordt mede verstaan de verkrijging van een samenstel van rechten en verplichtingen dat een belang als hiervoor bedoeld vertegenwoordigt bij een bestanddeel van een onroerende zaak dat zelfstandig aan een recht kan worden onderworpen, dan wel bij een recht waaraan een onroerende zaak kan worden onderworpen. De verkrijging van uitsluitend het recht op levering wordt niet aangemerkt als verkrijging van economische eigendom.
3 Het tweede lid is niet van toepassing bij verkrijging van rechten van deelneming in:
a. een beleggingsfonds;
b. een fonds voor collectieve belegging in effecten;
als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht.
4 Het derde lid is niet van toepassing indien:
a. de verkrijger, al dan niet tezamen met een verbonden lichaam als bedoeld in artikel 4, zesde of zevende lid, of een verbonden natuurlijk persoon als bedoeld in artikel 4, achtste lid;
b. de verkrijger een natuurlijk persoon is tezamen met zijn echtgenoot, zijn bloed- en aanverwanten in de rechte linie en in de tweede graad van de zijlinie;
als gevolg van de verkrijging met inbegrip van de reeds aan hem toebehorende rechten van deelneming en ingevolge dezelfde of een samenhangende overeenkomst nog te verkrijgen rechten, voor ten minste een derde gedeelte belang in het beleggingsfonds of het fonds voor collectieve belegging in effecten heeft.
5 Voor toepassing van het derde lid worden verkrijgingen binnen een tijdsverloop van twee jaren door:
a. een natuurlijk persoon, zijn echtgenoot, zijn bloed- en aanverwanten in de rechte linie en door een lichaam waarin hij, al dan niet tezamen met zijn echtgenoot en zijn bloed- en aanverwanten in de rechte linie, een geheel of nagenoeg geheel belang heeft;
b. een rechtspersoon en door een tot hetzelfde concern als gedefinieerd krachtens artikel 15, eerste lid, onderdeel h, behorend lichaam;
beschouwd als te hebben plaatsgehad ingevolge dezelfde of een samenhangende overeenkomst.
6 Onder verkrijging van rechten als bedoeld in het derde lid wordt mede begrepen de verkrijging van de economische eigendom door bestaande deelnemers in een beleggingsfonds of fonds voor collectieve beleggingen in effecten als gevolg van de intrekking van bewijzen van deelgerechtigdheid na gehele of gedeeltelijke uittreding door een andere deelnemer.
7 Voor de toepassing van dit artikel worden onder lichamen verstaan verenigingen, andere rechtspersonen, maat- en vennootschappen en doelvermogens.
Kennisdossiers
Titel | Categorie |
---|---|
Titel Economische eigendomsoverdracht | Categorie Registergoederenrecht |
Rechtspraak
Titel | Instantie | Datum | Nummer |
---|---|---|---|
Overdracht van aandeel in het vermogen van een beleggingsmaatschap is belast met overdrachtsbelasting | Instantie Rechtbank Gelderland | Datum 14-07-2020 | Nummer ECLI:NL:RBGEL:2020:3452 |
Maatschap op aandelen valt onder artikel 4 WBR, dus géén econoom (Scheepjeshof) | Instantie Hoge Raad | Datum 15-10-2004 | Nummer ECLI:NL:HR:2004:AO3184 |
Wetsvoorstellen
Titel | Dossiernr. | Status | Samenvatting |
---|---|---|---|
Overige fiscale maatregelen 2014 | Dossiernr. 33753 | Status In werking getreden | Samenvatting - |
Beleidsbesluiten
Titel | Instantie | Datum | Nummer | Samenvatting |
---|---|---|---|---|
Instantie Ministerie van Financiën | Datum 23-04-2021 | Nummer 2021-64140 | Samenvatting Op 23 april 2021 is een nieuw besluit gepubliceerd inzake het belastbare feit in de overdrachtsbelasting. Het besluit vervan… |
Titel | Instantie | Datum | Nummer | Samenvatting |
---|---|---|---|---|
Instantie Ministerie van Financiën | Datum 15-10-2015 | Nummer BLKB 2015/794M | Samenvatting Dit besluit bevat het beleid over het belastbaar feit in de overdrachtbelasting. Het besluit vervangt het besluit van 3 juni… | |
Instantie Ministerie van Financiën | Datum 03-06-2014 | Nummer BLKB/2014/194M | Samenvatting Op 4 juni 2014 is het besluit ‘Overdrachtsbelasting. Belastbaar feit’ in werking getreden. Het bevat drie nieuwe… |
Literatuur
Titel | Auteur(s) | Bron |
---|---|---|
Titel Aanpassing van artikel 2 en 4 WBR: drie keer is scheepsrecht! | Auteur(s) A. Rozendal | Bron FBN 2013/67 |