Kennisbank voor het notariaat
Wetstoelichting

Herinvesteringsreserve (art. 3.54 Wet IB 2001)

Bijgewerkt tot 01-08-2022 Auteur De redactie

1 Inleiding Bij de vervreemding van een bedrijfsmiddel moet de gerealiseerde boekwinst worden toegevoegd aan het bedrijfsresultaat en wordt de boekwinst aldus belast. Wanneer de vervreemding van het bedrijfsmiddel samenhangt met een vervangende aankoop, ligt het evenwel in de rede de winstneming uit te stellen en de boekwinst door te schuiven naar dat vervangende bedrijfsmiddel (door de boekwinst af te boeken op de aankoopprijs). Hierdoor wordt de ondernemer in staat gesteld adequaat te reagere…

Verder lezen?

Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.


Inloggen via Legal Intelligence

Geen inloggegevens?

Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.

Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!

Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.


Gebruikers van Via Juridica

Bekijk alle

Wet- en regelgeving


Artikel 3.54 Herinvesteringsreserve

Artikel 3.54 Herinvesteringsreserve

  • 1

    Indien bij vervreemding van een bedrijfsmiddel de opbrengst de boekwaarde van het bedrijfsmiddel overtreft, kan bij het bepalen van de in het kalenderjaar genoten winst het verschil gereserveerd worden en blijven tot vermindering van de in aanmerking te nemen aanschaffings- of voortbrengingskosten van bedrijfsmiddelen die in het jaar van vervreemding of in de daarop volgende drie jaren worden aangeschaft of voortgebracht, indien en zolang het voornemen tot herinvestering van de opbrengst bestaat (herinvesteringsreserve).

  • 2

    Afboeking van de herinvesteringsreserve op de aanschaffings- of voortbrengingskosten van het bedrijfsmiddel of de bedrijfsmiddelen waarin wordt geherinvesteerd, vindt plaats voorzover het gezamenlijke bedrag van de boekwaarden van die bedrijfsmiddelen door die afboeking niet daalt beneden het bedrag van de boekwaarde onmiddellijk voorafgaande aan de vervreemding van het bedrijfsmiddel ter zake waarvan de herinvesteringsreserve is gevormd.

  • 3

    Afboeking van een herinvesteringsreserve die is ontstaan als gevolg van de vervreemding van een bedrijfsmiddel waarop niet pleegt te worden afgeschreven of waarop in meer dan tien jaren pleegt te worden afgeschreven, behoeft slechts plaats te vinden op de aanschaffings- of voortbrengingskosten van bedrijfsmiddelen met eenzelfde economische functie als de vervreemde bedrijfsmiddelen.

  • 4

    Met betrekking tot bedrijfsmiddelen waarop niet pleegt te worden afgeschreven en bedrijfsmiddelen waarop in meer dan tien jaren pleegt te worden afgeschreven, vindt afboeking van een herinvesteringsreserve slechts plaats voorzover de herinvesteringsreserve is gevormd ter zake van de vervreemding van bedrijfsmiddelen met eenzelfde economische functie in de onderneming als de aangeschafte of voortgebrachte bedrijfsmiddelen.

  • 5

    Een herinvesteringsreserve wordt uiterlijk in het derde jaar na het jaar waarin de reserve is ontstaan, in de winst opgenomen, behalve voorzover:

    • a.

      in verband met de aard van de aan te schaffen of voort te brengen bedrijfsmiddelen een langer tijdvak is vereist of

    • b.

      de aanschaffing of voortbrenging, mits daaraan een begin van uitvoering is gegeven, door bijzondere omstandigheden is vertraagd.

  • 6

    Voor de toepassing van dit artikel wordt met vervreemding gelijkgesteld verlies of beschadiging van een bedrijfsmiddel. De vergoeding wegens verlies of beschadiging wordt daarbij aangemerkt als opbrengst.

  • 7

    Voor de toepassing van dit artikel behoren niet tot de bedrijfsmiddelen:

    • a.

      vermogensrechten die ter belegging worden gehouden, en

    • b.

      voorwerpen van geringe waarde als bedoeld in artikel 3.30, vierde lid.

  • 8

    Indien op het vervreemde bedrijfsmiddel willekeurig is afgeschreven, wordt voor de toepassing van het eerste lid als boekwaarde van dat bedrijfsmiddel in aanmerking genomen, de boekwaarde die zonder willekeurige afschrijving zou hebben gegolden.

  • 9

    Met betrekking tot bedrijfsmiddelen waarop in meer dan tien jaar pleegt te worden afgeschreven, is de beperking van het vierde lid niet van toepassing voorzover de herinvesteringsreserve is gevormd ter zake van de vervreemding van bedrijfsmiddelen die een gevolg is van overheidsingrijpen.

  • 10

    Met betrekking tot bedrijfsmiddelen waarop niet pleegt te worden afgeschreven, is de beperking van het vierde lid niet van toepassing voorzover de herinvesteringsreserve is gevormd ter zake van de vervreemding van zodanige bedrijfsmiddelen die een gevolg is van overheidsingrijpen.

  • 11

    Met betrekking tot bedrijfsmiddelen waarop niet pleegt te worden afgeschreven en bedrijfsmiddelen waarop in meer dan tien jaren pleegt te worden afgeschreven, zijn de vorige leden van overeenkomstige toepassing indien aan het voornemen tot herinvestering in een dergelijk bedrijfsmiddel reeds vóór de vervreemding gevolg is gegeven.

  • 12

    Voor de toepassing van dit artikel wordt onder overheidsingrijpen verstaan:

    • a.

      onteigening, daaronder begrepen minnelijke onteigening en verkoop ter voorkoming van onteigening;

    • b.

      een besluit, daaronder begrepen een regeling, op het gebied van ruimtelijke ordening, natuur of milieu van een publiekrechtelijke rechtspersoon dat de mogelijkheden om de onderneming of een gedeelte daarvan op de huidige locatie in de huidige vorm voort te zetten of uit te breiden in belangrijke mate beperkt;

    • c.

      bij algemene maatregel van bestuur aangewezen EU- of nationale regelgeving die leidt tot herstructurering of beëindiging van een bedrijfstak.

  • 13

    Indien een besluit of regeling als bedoeld in het twaalfde lid, onderdeel b, de mogelijkheden om de onderneming of een gedeelte daarvan op de huidige locatie in de huidige vorm voort te zetten of uit te breiden in belangrijke mate beperkt, wordt voor de toepassing van het negende en tiende lid een vervreemding van bedrijfsmiddelen van de onderneming respectievelijk het gedeelte daarvan die plaatsvindt binnen drie jaar nadat een dergelijk besluit of een dergelijke regeling in werking is getreden, geacht een gevolg te zijn van overheidsingrijpen, met dien verstande dat een latere vervreemding ook nog geacht wordt een gevolg te zijn van overheidsingrijpen indien deze vervreemding door bijzondere omstandigheden is vertraagd en daaraan binnen de hiervoor bedoelde periode van drie jaar reeds een begin van uitvoering is gegeven.


Rechtspraak

Titel Instantie Datum Nummer
Herinvesteringsvoornemen aanwezig door vermelding intentie boekwinst in directiebesluit aan dochter Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 12-01-2021 Nummer ECLI:NL:GHARL:2021:235
Herinvesteringsvoornemen niet aanwezig door wijziging functie vennootschap die boekwinst behaalde Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 12-01-2021 Nummer ECLI:NL:GHARL:2021:234
Voor boekwinst op grond van art. 15a lid 1 Wet Vpb kan geen herinvesteringsreserve worden gevormd Instantie Hoge Raad Datum 30-03-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:459
Ook wanneer sprake is van een onttrekking mag volgens de HR HIR worden toegepast Instantie Hoge Raad Datum 16-09-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:2081
Winstuitdeling staat vorming herinvesteringsreserve niet in de weg Instantie Hoge Raad Datum 16-09-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:2080
Hoge Raad bestrijdt handel in herinvesteringslichamen met fraus legis (II) Instantie Hoge Raad Datum 22-01-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:91
Hoge Raad bestrijdt handel in herinvesteringslichamen met fraus legis (IV) Instantie Hoge Raad Datum 09-10-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:2997
Bij herinvestering in hetzelfde boekjaar is sprake van vorming en daaropvolgende aanwending van herinvesteringsreserve Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 28-05-2015 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2015:1939
In casu wegens fraus legis vrijgevallen herinvesteringsreserve wordt belast bij fiscale eenheid na ontvoeging dochtermaatschappij Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 08-01-2015 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2015:184
Geen ruimte voor toepassing Ruilarresten indien boekwinst kan worden toegevoegd aan herinvesteringsreserve Instantie Hoge Raad Datum 23-05-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:1183
Herinvesteringsreserve op grond van fraus legis belast wegens handelen met het oog op het voorkomen van vrijvallen daarvan Instantie Hoge Raad Datum 23-05-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:1187
Hoge Raad bestrijdt handel in herinvesteringslichamen met fraus legis (I) Instantie Hoge Raad Datum 23-05-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:1181
Hoge Raad bestrijdt handel in herinvesteringslichamen met fraus legis (III) Instantie Hoge Raad Datum 23-05-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:1189
HIR valt vrij vanwege belangrijke mate (30%) belangenwijziging Instantie Hoge Raad Datum 18-10-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:916
Vrijval herinvesteringsreserve doordat ondernemer voornemen had verloren Instantie Hoge Raad Datum 09-11-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BX6705
Hoge Raad 12-05-2006, nr 41105 Instantie Hoge Raad Datum 12-05-2006 Nummer ECLI:NL:HR:2006:AV0430

Wetsvoorstellen

Titel Dossiernr. Status Samenvatting
Wet ondernemerspakket 2001 Dossiernr. 27209 Status In werking getreden Samenvatting -

Beleidsbesluiten

Titel Instantie Datum Nummer Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 13-07-2022 Nummer nr 2022-4487 Samenvatting In dit geactualiseerde besluit is bepaald beleid op het gebied van de herinvesteringsreserve aangepast, verduidelijkt of nie…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 09-03-2019 Nummer 2019/0000012049 Samenvatting
Titel Instantie Datum Nummer Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 27-10-2015 Nummer BLKB2015/864M Samenvatting In dit besluit staat het beleid op het gebied van de herinvesteringsreserve. De volgende onderwerpen komen aan de orde: de…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 09-12-2011 Nummer BLKB 2011/2061M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 16-12-2009 Nummer CPP2009/83M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 05-12-2006 Nummer CPP2006/1173M Samenvatting

Literatuur

Titel Auteur(s) Bron
Titel Herinvesteringsreserve: laatste stand van zaken Auteur(s) C. Bruijsten Bron FBN 2021/4
Inhoudsopgave
Overzicht
Wetstructuur
Fiscaal

Tarief erf- en schenkbelasting (art. 24 SW) Erfbelasting bij partners (art. 25 SW) Schenkbelasting bij partners (art. 26 SW) Schenkbelasting afgezonderd particulier vermogen (art. 26a SW) Samenvoeging schenkingen binnen een jaar (art. 27 SW) Schenkingen aan kinderen binnen een jaar (art. 28 SW) Onzekerheid over verwantschap (art. 29 SW) Verwerping en afstand (art. 30 SW) Afstand door bezwaarde (art. 31 SW) Vrijstellingen erfbelasting (art. 32 SW) ANBI en erfbelasting (art. 32 lid 1 onder 3 SW) Omvang vrijstellingen erfbelasting (art. 32 lid 1 onder 4 SW) Verkrijging pensioenregeling en lijfrenten (art. 32 lid 1 onder 5 SW) SBBI en erfbelasting (art. 32 lid 1 onder 8 SW) Steunstichting SBBI en erfbelasting (art. 32 lid 1 onder 9 SW) Vrijstelling erfbelasting voor werknemer erflater (gevolgen testamentair loon, salaire differé en executeursloon) (art. 32 lid 1 onder 10 SW) Vrijstelling erfbelasting voor nog niet vorderbare termijnen van renten, uitkeringen, bezoldigingen en andere inkomsten (art. 32 lid 1 onder 11 SW) Pensioenimputatie (art. 32 lid 2 SW) Definitie lijfrenten (art. 32 lid 4 SW) Vrijstellingen schenkbelasting (art. 33 SW) ANBI en schenkbelasting (art. 33 onder 4 SW) Schenkvrijstelling ouder-kind (art. 33 onder 5 SW) Schenkvrijstelling overige verkrijgers (art. 33 onder 7 SW) Schenkvrijstelling voor onvermogenden (art. 33 onder 8 SW) Vrijstelling bij samenloop schenkbelasting met inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting (art. 33 onder 9 SW) Schenking aan een rechtspersoon ter bevordering van werknemersbelangen (art. 33 onder 11 SW) Voldoen aan natuurlijke verbintenis (art. 33 onder 12 SW) SBBI en schenkbelasting (art. 33 onder 13 SW) Steunstichting SBBI en schenkbelasting (art. 33 onder 14 SW) Definitie schenking ten behoeve van eigen woning (art. 33a SW) Samenloop verhoogde schenkvrijstellingen eigen woning (art. 82a SW)

Tarief overdrachtsbelasting (art. 14 WBR) Vrijstelling algemeen (art. 15 WBR) Vrijstelling btw-belaste levering (art. 15.1.a WBR) Vrijstelling bedrijfsoverdracht binnen familiesfeer (art. 15.1.b WBR) Vrijstelling publiekrechtelijke lichamen (art. 15.1.c WBR) Vrijstelling inbreng onderneming in personenvennootschap en omzetting in NV of BV (art. 15.1.e WBR) Vrijstelling verdeling of vereffening (art. 15.1.f WBR) Vrijstelling verdeling gemeenschap samenwoners (art. 15.1.g WBR) Vrijstelling bij fusie, splitsing en interne reorganisatie (art. 15.1.h WBR) Vrijstelling aangebrachte zaken (art. 15.1.i WBR) Vrijstelling voor verkrijging bestemd voor onderwijs (art. 15.1.k WBR) Vrijstelling ruilverkaveling (art. 15.1.l WBR) Vrijstelling bureau beheer landbouwgronden (art. 15.1.m WBR) Woningbouwlichamen (art. 15.1.n WBR) Vrijstelling stedelijke herstructurering (art. 15.1.o WBR) Verkrijging van lichaam ter bevordering van stedelijke herstructurering (art. 15.1.oa WBR) Startersvrijstelling (art. 15.1.p WBR) Monumentenvrijstelling (vervallen) (art. 15.1.p WBR) Cultuurgrondvrijstelling (art. 15.1.q WBR) Vrijstelling bij herstel in oude toestand (art. 15.1.r WBR) Vrijstelling natuurgrond (art. 15.1.s WBR) Vrijstelling verkoopregulerend beding (Art. 15.1.t WBR) Vrijstelling Staatsbosbeheer (art. 15.1.u WBR) Vrijstelling uitoefenen wilsrecht (art. 15.1.x WBR) Vrijstelling bij verkrijging (kabel)netten (art. 15.1.y WBR) Tijdelijke vrijstelling inbreng van tbs-pand in NV/BV (vervallen) (art. 15.1.z WBR) Anti-ontgaansbepaling (art. 15 lid 4 WBR) Beperking samenloopvrijstelling bij verkrijging aandelen (art. 15 lid 11 WBR) Schriftelijke verklaring en onvoorziene omstandigheden (art. 15a WBR) Tijdelijke vrijstellingen overdrachtsbelasting 2024